Verslaggeving Israël en de Palestijnse gebieden

Verslaggeving Israël en de Palestijnse gebieden

Onze verslaggeving over Israël en de Palestijnse gebieden roept altijd veel reacties op, zeker in tijden van grote spanningen. Die reacties zijn soms emotioneel en verwijtend, van verschillende kanten, zo leert de ervaring. Daarom is het goed wat meer toe te lichten over hoe we onze verslaggeving over Israël en de Palestijnse gebieden aanpakken.

We willen het liefst zoveel mogelijk zelf verslag doen, maar dat is lang niet altijd mogelijk. Daarvoor gebeurt er te veel en zijn het conflict en het gebied te groot. Zo zouden we nu graag een eigen verslaggever in Gaza willen, maar Israël staat dat niet toe. We proberen nu extra collega`s naar Israël en de Palestijnse gebieden te krijgen, maar door corona kost dat veel extra tijd en het is de vraag of we de noodzakelijke vergunningen krijgen.

We hebben onze eigen correspondenten voor Israël en de Palestijnse gebieden en daarnaast kijken we naar allerlei bronnen: internationale persbureaus, grote andere nieuwsorganisaties, journalistieke organisaties ter plekke, betrokkenen, deskundigen, etcetera. Een punt is wel dat de verslaggeving 24/7 doorgaat uiteraard, waardoor een groot deel van onze berichtgeving door de redactie in Hilversum wordt verzorgd.

Als redactie hebben we geen mening over de nieuwsfeiten die we uitzenden. Ons doel is de wereld te laten zien zoals hij is en achtergronden en context van relevante gebeurtenissen te schetsen, maar het is aan ons publiek om iets van die nieuwsfeiten te vinden. We stellen vragen en soms heel kritische vragen om meer inzicht te bieden of om misschien iets bloot te leggen. Niet omdat we als redactie of als betrokken verslaggever iets vinden. Een verslaggever die een vraagt stelt vindt niet iets, die wil iets weten.

We maken allerlei soorten berichten en onderwerpen voor radio, tv, online en social. Korte berichten van een bepaalde gebeurtenis of incident, beschrijvingen van een ontwikkeling op een dag, verwachtingen voor de komende periode, achtergronden, etcetera. Dat betekent dat we niet in elk bericht compleet kunnen zijn. We maken wel zogenoemde collecties om grote lijnen, aanleidingen en achtergronden te schetsen. Maar dat kan niet in elk bericht. Soms gaat een reportage over een bepaald aspect van Israël, soms over een bepaald aspect van de Palestijnse gebieden.

We gebruiken woorden als confrontaties om feitelijk weer te geven dat er (grote of kleine) incidenten/botsingen/gevechten/rellen plaatsvinden. Daarbij is het belangrijk dat op het moment van berichtgeven lang niet altijd helder is hoe zo`n incident precies is ontstaan of wat de aanleiding was. Wat vandaag een rel of een confrontatie is, kan morgen een militaire escalatie zijn. Met andere woorden: nieuws ontwikkelt zich en krijgt dan dus ook andere bewoordingen. Een gekozen typering is soms maar tijdelijk van toepassing.

Op sociale media gaan regelmatig (verschrikkelijke) beelden en nieuwsberichten rond die je niet altijd bij de NOS aantreft. Dat kan verschillende oorzaken hebben. We zullen altijd eerst willen vaststellen wat de precieze feiten zijn. Waar is het beeld gemaakt? Was het wel vandaag? Wat is er precies gebeurd? Staat het voor meer of is het een incident, hoe vreselijk misschien ook? Wie verspreidt het bericht of het beeld? Heeft hij/zij een belang?

Daar komt bij: het uitzenden van heftige incidenten is geen doel op zich. We willen vooral een beeld geven van de werkelijkheid en beschrijven wat de ontwikkelingen vandaag en op langere termijn zijn.

Ook speelt een rol wat we intern wel de nieuwsdrempel noemen. Online is er veel meer ruimte dan in het NOS Journaal van 20.00 uur en we willen vaak heel andere onderwerpen ook ruimte kunnen geven, omdat we die ook belangrijk vinden. Lang niet elk aspect en ontwikkeling haalt de nieuwsdrempel dus. En waar gisteren geen ruimte voor was, is dat vandaag misschien wel.

Tot slot: wat we doen is mensenwerk. Dat betekent dat er soms iets mis gaat, we iets over het hoofd zien of domme fouten maken. Elke dag discussiëren we op de redactie over onze keuzes, wat we hebben gedaan en of dat misschien morgen anders en beter kan. Reacties van ons publiek helpen dan alleen maar om tot een hogere journalistieke kwaliteit te komen.

Marcel Gelauff
Hoofdredacteur NOS Nieuws

Deel dit artikel