73 jaar na de Tweede Wereldoorlog zijn er nog steeds mensen die zwaar gebukt gaan onder de gevolgen ervan. De meesten zijn inmiddels van de tweede generatie: de kinderen van degenen die de oorlog bewust hebben meegemaakt. Onder hen ook de kinderen van ouders die de kant van de bezetter kozen. Voor wie 4 mei voelt als een dag van schaamte. Als een dag die niet voor hen geldt: een dag immers voor de slachtoffers en voor de Nederlanders die aan de goede kant van de geschiedenis stonden.
In deze documentaire aandacht voor de verhalen van twee van die kinderen: de zoon van de beruchte oorlogsmisdadiger Dries Riphagen, Rob, en Willeke Stadtman, wier vader Karel voor de Duitse politie werkte.
Rob Riphagen is nog elke dag bezig met de oorlog en met zijn vader. In alles probeert hij te voorkomen dat de mensen van hem kunnen zeggen: de appel valt niet ver van de boom. De documentairemakers volgen hem naar Argentinië, het toevluchtsoord van zijn vader na de oorlog. Ook zijn ze bij de ontmoeting van Rob met een nichtje van één van zijn vaders slachtoffers.
Willeke Stadtmans vader maakte in de oorlog de verkeerde keuze en vierde dat na de bevrijding stelselmatig bot op zijn vrouw, zijn twee dochters en zijn twee zonen. De kinderen zijn dat nooit te boven gekomen. Haar jongste broer pleegde zelfmoord. Voor Willeke reden om haar familiegeschiedenis te boek te stellen. In de uitzending is de camera erbij als ze lezingen geeft over het onderwerp en als ze met haar zus langs het ouderlijk huis in Ede loopt. Het huis dat symbool staat voor de terreur van een getraumatiseerde vader.
Mijn vader was Fout – Rob Riphagen en Willeke Stadtman, kinderen van de oorlog
Vrijdag 4 mei, 21.06-21.52 uur, NPO 2