Drie maanden na de aanrandingen en berovingen in Keulen op oudejaarsnacht is het stof voldoende neergedaald om terug te kunnen kijken op de berichtgeving van de NOS hierover. In de dagen en weken na de jaarwisseling reageerde het publiek heel divers maar altijd fel en stellig. De NOS zou enerzijds wandaden van vluchtelingen hebben verzwegen en anderzijds vluchtelingen onterecht hebben gecriminaliseerd. NOS-ombudsman Margo Smit analyseerde de vele berichten die via de NOS-platforms gepubliceerd werden en sprak correspondenten, verslaggevers en redacteuren. Over de vraag: wat heeft de NOS nu precies bericht over de gebeurtenissen en de daders?
Het is maandag 4 januari als de Duitsland-correspondent van de NOS vanuit Nederland terugrijdt naar zijn standplaats Berlijn. Op de landelijke radio hoort hij een opmerkelijk bericht. In Keulen zouden in de oudejaarsnacht mannen en vrouwen zijn lastiggevallen, aangerand en beroofd door een grote groep mannen. Hij polst zijn collega op bureau Berlijn want het verbaast hem. Je hoort immers zelden dat ook mannen worden aangerand.
In overleg met Hilversum komt er in het late tv-journaal en op NOS.nl die maandag een kort bericht, waarbij men zich baseert op informatie van justitie en politie in Duitsland. Daarin alleen de mededeling dat er vrouwen zijn aangerand en beroofd, de daders zouden ’dronken‘ zijn geweest en een ‘Arabisch of Noord-Afrikaans‘uiterlijk hebben.
Groot verhaal
Bureau Berlijn voorvoelt dat de oudejaarsnacht in Keulen een groot verhaal gaat worden, en dus komt op 5 januari een verslaggever uit Hilversum om een van de correspondenten te vervangen, die voor een verhaal naar Polen moet. De hele dag, in alle tv-uitzendingen, op internet en de radio wordt verslag gedaan, de verslaggever ter plaatse vertelt op tv in een zogenoemd kruisgesprek wat men dan weet.
Politie en nu ook slachtoffers melden dat het om dronken mannen met een Arabisch of Noord-Afrikaans uiterlijk gaat. En ook al zeggen veel mensen op internet dat het om vluchtelingen gaat: die bewering neemt de verslaggever niet over. Er zijn geen aanwijzingen voor. Het label dat de NOS de herkomst van de aanvallers verzwijgt wordt op sociale media snel geplakt. De conclusie van klagers: omdat het om vluchtelingen gaat en dat komt de NOS zeker niet uit. Maar de NOS verzwijgt niets, er is simpelweg geen ondersteuning voor de claim dat de daders vluchtelingen zijn, onderstreept de verslaggever vanuit Keulen.
Op 6 januari laat de NOS een Duitse journalist aan het woord over de achtergrond van de daders. Voordat deze Olivier Köhler voor de camera wordt gezet onderzoekt Bureau Berlijn zoals gebruikelijk diens antecedenten, maar zeker nu de kwestie-Keulen na twee dagen al zoveel felle reacties losmaakt. Köhler is een gerespecteerd misdaadjournalist, freelancer voor de Duitse publieke omroep WDR en kenner van de Keulse misdaadscene. Hij noemt de daders “nordafrikanische Trickdiebe” en voegt toe: “Sie sind alle Flüchtlinge, diese junge Männer kommen als Flüchtlinge nach Deutschland” waar ze asiel aanvragen maar vooral lijken te komen om misdaden te plegen. “Criminele asielzoekers”’ noemt hij hen. Op NOS.nl wordt gesteld dat er geen hard bewijs is dat de mannen uit asielzoekerscentra komen, maar dat volgens Köhler “daar wel veel op wijst”.
Zeker in het tv-item wordt Köhler maar kort geïntroduceerd (“hij volgt de Keulse misdaad al meer dan twintig jaar”) en dus wordt niet zo duidelijk waarom hij een betrouwbare bron met kennis van zaken is. Een kort kruisgesprek waarin herkomst en belang van zijn mening werd uitgelegd was beter geweest. Over wie er allemaal in een asielzoekerscentrum onderdak kunnen vinden – misschien ook wel mensen die al langer en met andere oogmerken door Duitsland zwerven? – wordt niets gezegd. In het koor aan reacties op ‘Keulen’ mengen zich vanaf nu ook degenen die de NOS beschuldigen van het criminaliseren van vluchtelingen.
Spraakverwarring
De kakofonie wordt op 7 januari nog luider als NOS.nl in een artikel de Duitse krant Die Welt aanhaalt waarin anonieme politieagenten vertellen over de daders. Het waren wel degelijk vluchtelingen zeggen de agenten. “Nur bei einer kleinen Minderheit handelte es sich um Nordafrikaner, beim Großteil der Kontrollierten um Syrer.” Bureau Berlijn wil liever wachten op meer bronnen dan alleen een krant die anonieme agenten citeert. “Iedere snipper is nieuws op zo’n moment, toch vonden wij het prematuur. Maar die strijd hebben we verloren,” zegt de correspondent. Het artikel komt er. Alle informatie over herkomst van de daders wordt toegeschreven aan Die Welt. Inmiddels onderzoekt een parlementaire commissie de feiten en tegenstrijdige uitspraken van de politie in die eerste dagen. Terugkijkend had op zijn minst steviger duiding over de bron, één krant met een bepaalde signatuur en met anonieme bronnen, op zijn plaats geweest.
Zo begint een spraakverwarring die eigenlijk nog steeds aanhoudt. Want wie noemen we een asielzoeker, wie is een vluchteling, en hoe interpreteren Duitsers en Nederlanders die terminologie? Het valt de correspondent op dat de termen in Nederland vrij instrumenteel en ook tamelijk normatief worden gebruikt. “Het debat is zo gepolariseerd en de termen voor velen zo vaag dat iedereen gebruikt wat hem of haar het beste uitkomt om zo zijn eigen morele gelijk te halen.”
Hij schrijft een dikke maand later, na de eerste bevindingen van de Duitse politie over de herkomst van de daders, op 15 februari een achtergrondartikel op NOS.nl. Strikt genomen ben je volgens Europese richtlijnen (en dus in Duitsland) pas vluchteling als je asielaanvraag is goedgekeurd of als je valt onder het VN-vluchtelingenverdrag. Voor Marokkanen en Algerijnen – het gros van de verdachten in Keulen, zo blijkt later – geldt dat zeker niet. Voor Syriërs overigens ook niet, om het ingewikkeld te maken, want ook oorlogsvluchtelingen vallen niet zonder meer onder het VN-vluchtelingenverdrag. Een asielzoeker is het etiket dat op iedereen wordt geplakt die bij binnenkomst in een land asiel wil aanvragen. Toch worden de termen, door journalisten én autoriteiten, afwisselend gebruikt in de nasleep van Keulen.
Daar komt nog iets bij. Wie Duitsland binnenkomt kan een BüMA (Bescheinigung über die Meldung als Asylsuchender – oftewel: het bewijs omtrent aanmelding als asielzoeker) aanvragen. In Die Welt van 7 januari zeggen de anonieme agenten dat sommige mannen in Keulen een papier voor hun neus doorscheurden. Nieuwsuur citeert deze agenten, die dit een ‘verblijfsvergunning’ noemen. Maar een BüMA is geen verblijfsvergunning, en een BüMA is niet alleen in het bezit van ‘echte’ vluchtelingen. Iedereen kan een BüMA aanvragen, nog voor je asielaanvraag is doorlopen en duidelijk is of je een ‘echte’ vluchteling bent. Toch concluderen de anonieme agenten dat het in Keulen om Syriërs zou gaan. Al op 8 januari blijken de eerste verdachten voornamelijk uit Marokko en Algerije te komen maar zegt de politie dat er ‘meer asielzoekers’ betrokken zijn. Verwarring compleet.
Ook de Duitse justitie gebruikt volgens de Keulse hoofdaanklager Bremer de termen ‘asielzoeker’ en ‘vluchteling’ door elkaar, zo zegt deze in het artikel van 15 februari op NOS.nl. “Iedereen bedoelt hier iets anders,” verzucht de correspondent nu. “Ik ben blij dat wij vanaf 6 januari ‘criminele asielzoekers’ hebben gebruikt.” Het zijn mensen die uit zijn op asiel, al dan niet op terechte gronden, en die zich schuldig maken aan criminele handelingen. Andere bewoordingen worden vanaf dat moment steeds aan geciteerde bronnen toegeschreven.
Discussie en zelfonderzoek
In de weken na de eerste berichten ontbrandt hier in Nederland van beide kanten de discussie over de rol van de media in de nasleep van Keulen, met name op social media en internet maar ook in de mailboxen van NOS publieksreacties en de ombudsman. Soms is ‘discussie’ nog een te keurig woord voor de interpretaties van de berichtgeving. Verzwijgende media, criminaliserende media, (on)voldoende besef van journalistieke verantwoordelijkheid in een sterk gepolariseerd debat: alles komt langs, op basis van dezelfde berichten.
Duits zelfonderzoek richt zich ondertussen vooral op de klaarblijkelijke onmacht van politiek en politie. De berichten dat veel daders pas kort in Duitsland waren prikten voor onze buren vooral ten opzichte van de politiek “het sprookje van Friede, Freude und Eierkuchen door,” zegt de correspondent. “En dat ebt door, tot in de onlangs gehouden deelstaatverkiezingen waar Merkel flink heeft verloren.”
Er is aan de andere kant van de grens ook discussie over de media, maar dan over zelfcensuur. Demonstranten zetten de Duitse journalistiek weg als ‘Lügenpresse’ die een onwelgevallige boodschap liever verzwijgt. Want waarom duurde het drie dagen voordat de eerste berichten over de gebeurtenissen in Keulen naar buiten kwamen? Dat is tot op vandaag niet duidelijk. Nederlandse media waren niet in Keulen die nacht, en Duitse bronnen berichtten er niet eerder over. Duitse collega’s vertellen nu en dan over hun terughoudendheid. Olivier Köhler, de man die de term ‘criminele asielzoekers’ muntte, werd op 5 januari al geïnterviewd door de nieuwsrubriek Tagesthemen maar kreeg toen geen vragen over de herkomst van de daders. “Die hamvraag werd hem gewoon niet gesteld. Toen we hem belden zei hij: ik kreeg geen ruimte om dat te vertellen,” zegt de correspondent.
Analyse
Close listening en watching van de tientallen radio- en tv-berichten over Keulen leveren de ombudsman een consistent beeld op van de door NOS-correspondenten en verslaggevers gebruikte terminologie: ‘criminele asielzoekers’ is en blijft de gekozen term. Waar bronnen een ander label gebruiken wordt dat uitgelegd en aan die bronnen toegeschreven.
Regelmatig wordt de link tussen Keulen en het Duitse debat over Merkels asielbeleid van “Wir schaffen das” gelegd. Omdat de Duitsers dat zelf doen, maar zo kan een Nederlandse nieuwsconsument die link ook steeds leggen, met alle mogelijke connotaties rond de terminologie van dien. Toch wordt feitelijk door de correspondenten steeds een onderscheid gemaakt tussen wat Nederlanders onder vluchtelingen en asielzoekers verstaan en wie de daders van Keulen (lijken te) zijn.
Close reading van de kleine honderd berichten op NOS.nl levert een aantal malen de kale term ‘asielzoekers’ op. Zonder de context kan en wordt dat in de Nederlandse perceptie door lezers gekoppeld aan ‘vluchtelingen’ of wat men onder ‘échte’ vluchtelingen verstaat: die met een bootje of te voet aan de oorlogen in het Midden-Oosten zijn ontkomen. Een aantal berichten op NOS.nl had beter meer context kunnen geven om het in elk geval gevoelsmatige verschil in terminologie te duiden.
Balans opmaken
Nu het Duitse Openbaar Ministerie op 24 maart voor Bureau Berlijn de balans opmaakt blijkt nogmaals dat het grootste deel van de verdachten van ‘Keulen’ Marokkaan of Algerijn is. Ooit – grotendeels vorig jaar – naar Duitsland gekomen, mogelijk met een BüMA op zak en in de toevloed van oorlogsvluchtelingen hopend op asiel, maar zonder enige kans op een verblijfsstatus. Crimineel? Als hun schuld bewezen wordt wel degelijk. Vluchtelingen? Volgens de officiële definitie niet maar in het Duitse spraakgebruik soms wel. Ergens vandaan vertrokken? Jazeker.
Duitsland werkt inmiddels aan een nieuwe term, zo merkt Bureau Berlijn. Het woord ‘Geflüchtete’. Kan dat dan wel voor iedereen gebruikt worden, of je nu om economische of andere redenen ergens vandaan trekt? Het zou een waardevrijer woord zijn, en (nog?) niet geadopteerd door voor- of tegenstanders van Merkels asielpolitiek. “Nogal vaag. En semi-precies,” zegt de correspondent. Misschien wel typerend voor de omzichtigheid waarmee Duitsers immigratie- en vluchtelingenissues benaderen. Of het de Babylonische spraakverwarring kan oplossen valt nog te bezien. De discussie aan beide kanten van de grens zal er niet door depolariseren zolang partijen vaak alleen maar horen wat ze willen horen.”