In het jaar van de herdenking van de Tweede Wereldoorlog, 75 jaar na de bevrijding, neemt voormalig vernietigingskamp Sobibor een speciale plaats in. Een derde van de Nederlands-Joodse slachtoffers van de Holocaust is er vermoord, maar er is nooit sprake geweest van een bevrijding. Toen het Russische bevrijdingsleger Oost-Polen bevrijdde, was er al geen spoor meer van kamp en gevangenen te bekennen. Op 14 oktober 1943 brak in Sobibor namelijk een opstand onder de gevangenen uit. Enkele honderden gevangenen konden daarbij ontvluchten, maar slechts ongeveer zestig van hen overleefden de oorlog, onder wie de Nederlandse Selma Wijnberg. Na de opstand maakten de Duitsers het kampterrein met de grond gelijk en vermoordden de overgebleven gevangenen, zodat niemand zou kunnen getuigen. Jules Schelvis was al in juni 1943 via Sobibor naar een werkkamp vervoerd en overleefde daarna nog vele andere kampen, waaronder Auschwitz. Hij bleef, net als Selma Wijnberg, zijn hele leven vertellen over wat er in het kamp was gebeurd. “Elk woord is een overwinning op de nazi’s”, zei hij daarover.
Voor het eerst na het overlijden van haar grootvader bezoekt Kim la Croix, één de kleinkinderen van Jules Schelvis, het voormalige vernietigingskamp, de plek waarover haar opa schreef en waar hij over bleef vertellen, zodat het nooit vergeten zou worden. Ze vertelt hoe de oorlog het leven van haar opa in beslag nam en daarmee ook dat van de generaties die na hem kwamen.
Van Sobibor waren tot voor kort geen beelden bekend. Begin dit jaar bracht de familie van de voormalige tweede man van Sobibor, de SS-er Johann Niemann, zijn fotoboeken naar buiten. Op 14 oktober neemt staatssecretaris Blokhuis het eerste exemplaar van de Nederlandse vertaling in ontvangst. Op de foto’s in het ‘Niemann Album’ is onder andere te zien hoe de SS-bewaking eet en muziek maakt, terwijl op de achtergrond, onzichtbaar op de foto’s, de Joodse gevangenen hun dood tegemoet gaan. Mark Visser praat er in het programma over met de auteur van het voorwoord van het boek op de plek van het ‘Vorlager’, waar de woonbarakken van de SS-bewaking stonden en waar de meeste foto’s werden gemaakt.
Op 14 oktober zou in Sobibor een herinneringscentrum opengaan, maar coronamaatregelen vertraagden de inrichting daarvan. Ook de grote herdenking van de opstand gaat daarom dit jaar niet door. Wel bezocht een kleine delegatie van het bestuur van de Stichting Sobibor het kamp en herdacht er de doden. Volgend jaar moeten zowel de bouw van het museum als de herinrichting van het terrein zijn voltooid. Op basis van het onderzoek van archeologen uit Polen, Israël en Nederland is de oorspronkelijke plek van de gaskamers gevonden, alsmede de locatie van de massagraven en de zogenoemde ‘Himmelfahrtstrasse’, de weg die de meeste gevangenen na binnenkomst naar de gaskamers maakten.
Sobibor: het kamp dat niet bevrijd werd
Woensdag 14 oktober, 22.18-22.48 uur, NPO 2
HERHALING ‘ER REED EEN TREIN NAAR SOBIBOR’
Aansluitend volgt een herhaling van de indringende voorstelling waarmee Sobibor-overlevende Jules Schelvis in 2015 een maand lang door Europa trok. Begeleid door het Nationaal Symfonisch Kamerorkest – met muziek van onder anderen Bach, Elgar, Grieg en Mahler – vertelde Schelvis voor het allerlaatst het verhaal over zijn 72 uur durende reis naar het vernietigingskamp. Jules Schelvis overleed in 2016.
Schelvis deed decennialang onderzoek naar Sobibor, om zo veel mogelijk informatie over het kamp boven tafel te krijgen. Hij schreef enkele boeken, gaf talloze lezingen en trad op als mede-aanklager in onder meer het proces (2009-2011) tegen kampbewaker John Demjanjuk. Voor zijn historische speurwerk kreeg hij in 2008 een eredoctoraat van de Universiteit van Amsterdam.
Er reed een trein naar Sobibor (herhaling)
Woensdag 14 oktober, 22.49-00.15 uur, NPO 2