Feiten en verwijten rond verkiezing Trump

Feiten en verwijten rond verkiezing Trump

Het zou volgens velen de nacht worden van ‘Madam President’ maar het werd de nacht van ‘The Donald’. En sinds de Amerikaanse presidentsverkiezingen op 8 november zijn het de dagen van de zelfreflectie. Voor politiek, pers en peilers – en niet alleen in Amerika zelf. Terecht, vond een aantal klagers bij de NOS Ombudsman. Want die ’linkse‘ NOS was niet objectief, wilde niets van een overwinning van Trump weten en trok zich pruilend terug in de bubbel van gelijkgestemden. Er waren niet veel klachten. Toch ging de ombudsman op zoek naar de feiten achter de verwijten.

Kloof
De voorbereidingen voor wat in Amerika wel het meest ongewone verkiezingsjaar ooit zou worden genoemd, begonnen voor de NOS-correspondenten in Washington en een redactieteam in Hilversum al in het najaar van 2015. “We zagen een enorm kloof in het land, tussen Republikeinen en Democraten, tussen Washington en de gewone Amerikaan, de haves en have-nots,” zegt correspondent Arjen van der Horst. En dus schreef men in oktober vorig jaar al dat dit tot een ’reset in het journalistieke denken en dus ook in de berichtgeving’ zou moeten leiden. Hoe versla je de verdeeldheid, dat overal merkbare gevoel van verlies van gemeenschapszin en de status van de middenklasse, en de boosheid van veel Amerikanen in de aanloop naar 8 november 2016?

Het leidde tot een focus die niet zou liggen op de mainstream kandidaten Hillary Clinton of Jeb Bush maar op de uitersten: Donald Trump en Bernie Sanders. Van der Horst: “We wilden berichten over wat fly over country wordt genoemd: dat deel van Amerika waar je meestal overheen vliegt. Een denigrerende term, voor mensen die je meestal niet serieus neemt. Maar wij wilden ze wel serieus nemen.” De NOS-ploeg trok een lijn van North-Dakota tot Texas, en maakte daarlangs in de maanden die volgden tientallen verhalen, voor radio, tv en NOS.nl. “We voelden dat populisme en woede een rol zouden gaan spelen, en besloten ons te richten op heel gewone mensen.” De stem van juist die mensen werd cruciaal bij de verkiezing van Donald Trump tot de 45ste president van Amerika. 

Prioriteiten stellen
Was het toeval, een lucky guess, dat het NOS-team de keuze voor de blik op de politieke uitersten – en dus voor juist de kiezer die zich niet gehoord voelde – maakte? Nee. Dat doe je als je organisatie boots on the ground heeft en zich goed weet te informeren. Deze column is dan ook zeker een pleidooi voor het handhaven van een correspondentennetwerk van voldoende omvang.

Maar als de NOS-correspondenten die keuze konden maken, waarom deed de Amerikaanse pers zelf dat dan zoveel minder, tenminste volgens diverse mea culpa’s achteraf? Omdat – zo lichten we nu een enkele verklaring uit de vele Amerikaanse analyses – er veel lokale media in juist fly over country zijn omgevallen of wegbezuinigd. De (zeker voor Europa) toonaangevende media als The Washington Post en CNN zitten vooral langs de randen van het land, in redelijk welvarend, hoogopgeleid en democratisch stemmend gebied en nemen nog wel eens ‘de kleur’ van hun abonneebestand of kijkerspubliek aan.  

Van der Horst onderscheidt kwaliteitskranten als The New York Times van 24-uurszenders als CNN, Fox en MSNBC. Deze laatsten, of ze nu links of rechts gelabeld kunnen worden, kozen de afgelopen jaren vrijwel uitsluitend voor de commentator of expert in de studio en niet voor de kleine man en het verhaal in de straat. “Ik noem die media eerder lui dan links,” zegt hij. Ze spiegelden een werkelijkheid voor van de commentator en de peilingen, herhaalden die eindeloos en gingen er zelf in geloven. “Een echokamer,” noemt Van der Horst het. 

Focus van berichtgeving – en dus je inzet van mankracht, tijd en geld – is een kwestie van prioriteiten stellen. Waar geef je je al dan niet schaarse journalistieke kapitaal aan uit? Kreeg de ombudsman in de maanden voor de verkiezingen nog wel eens de klacht dat er wel erg veel aandacht (en dus tijd en geld) naar de campagne overzee ging, met terugwerkende kracht kan geconcludeerd dat het tot brede en voor goed begrip relevante berichtgeving over de stand van het Amerikaanse land heeft geleid. Gezien het belang van de Verenigde Staten voor de wereldpolitiek en dito economie is het te rechtvaardigen dat de NOS, als nieuwsbron voor heel het economisch, politiek en cultureel zo aan internationale invloeden onderhevige Nederland, hierin heeft 

Druppelsgewijs
Naast de correspondentenbijdragen verschenen nog honderden andere artikelen op radio, tv en internet, gebaseerd op eigen nieuwsgaring vanuit Hilversum, op persbureaus en andere (internationale) media. Die doorlopende stroom berichten bracht bijvoorbeeld de vele peilingen in beeld maar ook diepgravende (journalistieke) onderzoeken naar Trump en Clinton.

Hiervoor werd ook met regelmaat uit de Amerikaanse media geput, en zo sijpelde toch wel wat van die volgens NOS-correspondent Van der Horst Amerikaanse ‘luiheid’ door in sommige berichten hier. Met bovenmatige aandacht voor de horserace, de bubbel van steeds dezelfde Washingtonse commentatoren en expertsende al dan niet relevante schandalen tot gevolg.

Grote kranten trokken nog wel het land in, maar daar gingen uiteindelijk ook de peilingen met de journalisten aan de haal. “Ze registreerden het sentiment van de boze Trump-kiezer, maar erkenden niet dat dit het heersende sentiment was, omdat ze te veel geloofden in hun eigen berekeningen die het hele jaar door vertelden dat Clinton zou gaan winnen,” analyseert Van der Horst. 

Er waren klagers die de NOS verweten dat een aantal vooral als ‘alternatieve’ en ‘niet-westers’ aangeduide informatiebronnen stelselmatig genegeerd zou worden. Ik kan u zeggen dat op de redactie alle beschikbare bronnen op hun journalistieke merites bekeken en afgewogen werden. Wanneer geverifieerd, juist en van belang bevonden, werd informatie gebruikt, zonder aanziens des afzenders. Van systematisch negeren van bepaalde bronnen was geen sprake. Maar het is niet de taak van een journalist om aantoonbaar onjuiste berichten door te geven. En daarmee viel een heel aantal van vooral de ‘alternatieven’ al af nog voordat we het terugkijkend fake news gingen noemen.

Eigenzinnige video’s
En dan was er nog The Series, het online project dat in de laatste twee maanden twee keer per dag in korte video’s met achtergrond, campagnenieuws en weetjes kwam. Speciaal gemaakt voor een online publiek, niet als ‘nieuws van de dag’ maar ‘eigenzinnig’ en uitnodigend tot doorkijken. De toon kon dan ook zeer afwijken van wat het publiek doorgaans van de NOS gewend is. Het leidde tot discussie op social media, daar waar online publiek zich eerder meldt dan in de mailbox van de ombudsman. Reacties liepen uiteen van “verlies van neutrale verslaggeving” tot “kan het mooie #TheSeries ook voor NL gemaakt worden?” 

Aan belangstelling was er geen gebrek, de ruim honderd video’s trokken bijna 650.000 bezoekers, die dan meerdere afleveringen achter elkaar keken en ook nog eens regelmatig terugkeerden. Een flink succes. Achteraf heeft de redactie het project stevig geëvalueerd. Want gesignaleerde valkuilen, zoals te weinig context of net niet werkende ironie, wil je een volgende keer (ja graag, maak vaker zo’n Series!) vermijden. Waarbij het publiek overigens ook weer voorspelbaar is, want de meest bekritiseerde video was uiteraard ook het best bekeken.

Een punt van aandacht moet daarbij zijn dat een dergelijke toch wat lichtvoetiger vorm niet van de NOS verwacht wordt of gewaardeerd. De ombudsman weet dat experimenteren nodig is om nieuws en informatie op vele platforms te verspreiden, maar ook dat eenduidig begrip van toon en context zuinig bewaakt moeten worden op straffe van verlies van geloofwaardigheid. Ik zou dan ook graag nog helderder aangeduid zien wat de nieuwsconsument van welke specifieke NOS-uiting kan verwachten. Ik heb er alleen helaas geen kant-en-klare oplossing voor, want een ‘pas op: hier volgt een experiment’-button is ook niet de bedoeling.

Verbaasd of vooringenomen?
Alle berichtgeving overziend ging de NOS dus aantoonbaar de st(r)aten in, zag het fenomeen Trump en deed er verslag van, en zette de Trump-stemmers niet als boze gekkies weg. Waarom dan toch in de dagen na 8 november die klachten over “ze zagen het niet aankomen” (alsof journalisten in de waarzeggerij zitten…), of ’’partijdige‘’, ’’onprofessionele‘’ en pro-Clintonberichtgeving? Klagers vulden hun antwoord vaak ook meteen zelf maar in: met name de deskundigen en commentatoren in de diverse NOS-studio’s wisten geen weg met hun verbazing over de uitslagen. Die verbazing werd door kijkers naadloos vertaald naar vermeende politieke voorkeur en afschuw over de winnaar. De stap naar “NOS: geef je verlies ruiterlijk toe!” was daarna voor een aantal nog maar klein. Een eigenaardige oproep, vindt de ombudsman, al was het maar omdat de NOS niet aan de wedstrijd meedeed… 

Zeker klonk er – bij monde van specialisten, commentatoren en verslaggevers, maar ook van aanwezigen bij de diverse verkiezingsbijeenkomsten – verbazing door in de NOS-programma’s op de vroege ochtend van 9 november. (Overigens was dit, op de koninklijke huwelijksdag van 2-2-2002 na, om half negen met bijna 1,2 miljoen kijkers de best bekeken ochtenduitzending van deze eeuw.) Maar wie was er niet verbaasd? Team Trump zélf had ’s nachts nog berekend dat er dertig kiesmannen te weinig gehaald zouden worden.

Een rondgang langs ombudscollega’s van omroepen elders in de wereld leerde dat van Canada tot Estland gelijkluidende klachten binnenkwamen: u als mainstream media had wel heel veel moeite de overwinning van een anti-establishmentkandidaat te erkennen. Of die klachten feitelijk te onderbouwen zijn is nog niet overal helder, veel ombudscollega’s zitten nog midden in het zelfonderzoek. Maar zegt dit dan dat de (publieke) omroepen wereldwijd linkse bolwerken zijn? Niet zonder nader onderzoek. Het zegt volgens de collega’s wel dat de verbazing over Trumps zege ook bij hen merkbaar was, en dat een deel van het publiek die verbazing interpreteerde als (linkse) vooringenomenheid.

De ombudsman kan na uitgebreide analyse niet meegaan in het beeld dat er door de NOS eenzijdig van de verkiezingen verslag gedaan is. De correspondenten waren niet partijdig en zochten vooral de breedte en de thema’s op. Korte, losse berichten gingen soms wat snel mee in de hype van de dag (of die nu pro- of anti-Trump was) die door met name Amerikaanse media gecreëerd werd. In de verkiezingsnacht viel de complete verrassing niet door iedere spreker in de uitzendingen even naadloos te verwerken. Maar daarmee sloeg de balans in de totale NOS-berichtgeving niet ineens door naar Hillary Clinton.

Politici of thema’s?
Tot slot kijkt correspondent Van der Horst nog eens in de ziel. “Het is waar dat de meeste journalisten, inclusief ikzelf, geloofden dat Clinton zou winnen. Je moet de terechte vraag stellen of die overtuiging doorsijpelde in onze reportages en analyses. Ik heb geen helder antwoord op die vraag. Ik denk dat we fair zijn geweest in onze reportages en dat we het sentiment in het land goed hebben aangevoeld. Maar misschien heeft het in onze analyses wel voorzichtig doorgeklonken, vooral omdat we ons in de eindfase sterk lieten leiden door de peilingen. Ik had me voorgenomen om die landelijke peilingen, die Clinton zo vaak op voordeel zetten, niet als leidraad te nemen. Die zeggen namelijk helemaal niks. Het gaat om de hoeveelheid kiesmannen en niet om het landelijk aantal stemmen. Maar toch moest ik er in september ook aan geloven om er verslag van te gaan doen. Dat gevecht heb ik verloren. En toen creëerden we toch ook onze eigen echokamer.”

Niet meer berichten over de peilingen dan maar? Ter Horst draagt een ander idee aan, zonder de polls helemaal af te serveren. “Ga niet de politici volgen maar de thema’s,” zegt hij. Dan ben je niet zo afhankelijk van de peilingen die bijvoorbeeld niet registreren wie er níet gaat stemmen. En daar zat deze keer de crux, zeggen diverse Amerikaanse analyses nu: bij de vele Democratische thuisblijvers die vier jaar geleden nog wel op Obama stemden.

Niet de politici maar de thema’s opzoeken, fly over country in. Kritisch kijken naar wat de peiler nu eigenlijk peilt. Geen echokamer worden. Het klinkt als een smakelijk recept voor de verslaggeving in de aanloop naar de Nederlandse Tweede Kamerverkiezingen volgend jaar maart.

Deel dit artikel