Ruim twintig jaar nadat de zogenoemde Utrechtse serieverkrachter opdook in de omgeving van die stad, stond een man voor de rechter voor het aanranden en verkrachten van meerdere vrouwen. De NOS deed verslag en kreeg veel onthutste reacties. Reden voor ombudsman Margo Smit om de berichtgeving nader te beschouwen.
Half januari was het eindelijk zover. Ruim twintig jaar nadat de zogenoemde Utrechtse serieverkrachter voor het eerst opdook in de omgeving van die stad, stond een man voor de rechter voor het aanranden en verkrachten van meerdere vrouwen. Tijdens de rechtszaak las het Openbaar Ministerie een uitgebreid feitenrelaas en een strafeis voor met vaak gruwelijke beschrijvingen van de gepleegde handelingen. De verdachte werd veroordeeld tot zestien jaar gevangenisstraf en ging daartegen in hoger beroep. Wordt vervolgd dus.
De NOS deed tijdens de zittingsdagen 18 en 19 januari via alle beschikbare media verslag van de zaak. En kreeg na afloop van veel kijkers onthutste reacties. In de uitzendingen werd, volgens de kijkers, veel te gedetailleerd verteld wat de man had gedaan. Ik zal het hier niet herhalen, maar het ging onder meer over gebruikte voorwerpen, kleding en omstandigheden tijdens en na de verkrachtingen. Dan zijn tientallen mails met een ‘Moet dat nou, die walgelijke details?’-strekking al snel aan de NOS of de ombudsman verzonden.
Worsteling
De verslaggever ter plaatse – een vrouw, voor zover dat er iets toe doet – worstelde zelf ook stevig met die vraag. Maar koos er uiteindelijk voor toch enkele passages uit het feitenrelaas en de strafeis in haar reportages op te nemen. Ze gebruikte, zo verduidelijkte ze later aan de ombudsman, de minst gruwelijke en expliciete passage maar wilde niet verhullen dat het hier om buitengewoon afschuwelijke handelingen ging.
“Het zou de waarheid ook geweld aan doen, als in de verslaggeving geen enkel detail naar voren komt. Als je alleen maar beschrijft dat het vreselijk en gruwelijk was, blijf je als kijker ook met vragen zitten. Bovendien zou je de dingen dan, in mijn beleving, mooier maken dan ze zijn. Het is feitelijk een verschrikkelijk verhaal, dat al je voorstellingsvermogen te boven gaat. Dus je kunt er dan ook niet omheen om daar iets van in je berichtgeving uit te zenden.”
En dan gaat de discussie dus al snel over de maat der dingen: hoeveel details heb je nodig om na zoveel jaren opnieuw duidelijk te maken dat veel vrouwen in Utrecht tussen 1995 en 2001 terecht bang waren voor de serieverkrachter?
Alleen woorden
Voor de verslaggever speelde nog een ander probleem: voor haar items in het NOS Journaal had ze maar weinig beeldmateriaal tot haar beschikking. Ze moest daardoor veel zelf vertellen, wat ze deed in de vorm van ‘stand-uppers’ voor de deur van de rechtbank. Op 18 januari legde ze zo de aanklacht uit, in een combinatie van een quote van het Openbaar Ministerie en haar eigen tekst; op 19 januari gebruikte ze passages uit het voorlezen van de strafeis, waarin opnieuw uitgebreid werd ingegaan op de gruwelijkheden van de handelingen. De items werden zo een aaneenschakelijking van uitspraken en ‘pratende hoofden’: van de verslaggever en de aanklagers, zonder veel beeld dat de inhoud zou hebben kunnen ondersteunen.
Om het gemis aan beeld en de impact van de gekozen quotes en teksten te kunnen plaatsen keek ik naar de berichtgeving op NOS.nl en in enkele kranten, die immers ook alleen in woorden de zaak moesten schetsen. NOS.nl haalde eerst de rechter aan toen hij het publiek waarschuwde voor de expliciete beschrijvingen die zouden volgen, waarna enkele van die details werden gegeven: ‘vaginaal, oraal en anaal verkracht’, met ‘een voorwerp’, ‘aan een boom gebonden’.
De Volkskrant koos voor bewoordingen als ‘verkrachtte haar meerdere malen, op gruwelijke wijze’ en ‘misbruikte haar’ nadat hij het toen 16-jarig meisje ‘met tiewraps aan een boom’ had gebonden. ‘Daarna liet hij haar achter in het bos’ schrijft de krant. NRC Handelsblad beschreef de gang van zaken door enkele zinnen te gebruiken die de dader uitsprak tegen de vrouwen. ‘Een slachtoffer zei dat het pijn deed. Dat moet ook, zei hij toen.’
De twijfel blijft
Komen de verschrikkingen via de kranten met deze toch wat terughoudender teksten minder binnen, waarmee het zou kunnen voelen alsof de zaak minder ernstig was? De lezer kon op papier nog altijd sterk meeleven met de misbruikte vrouwen en als het ware ‘meekijken’. Mijns inziens had het bij de NOS, zeker op 19 januari, met minder detaillering gekund.
Toch zijn de overwegingen van de verslaggever ook legitiem, je wilt in een nieuwsuitzending de gebeurtenissen niet verbloemen. Verslaggever en ombudsman hebben er samen over doorgesproken en getwijfeld. Natuurlijk wil je voorkomen dat kijkers door de manier van berichtgeven zo schrikken dat ze niets meer over de rechtszaak zelf meekrijgen.
Inderdaad, kwestie van maatvoering dus. Hoeveel details heb je nodig om een bericht over een gruwelijke misdaad de gewenste impact mee te geven? Had de presentator van het NOS Journaal wellicht van te voren (nog duidelijker) moeten waarschuwen voor wat zou volgen, zoals de website deed? Nieuwsmakers blijven ermee worstelen. Ook straks weer, bij het hoger beroep.