Algemeen directeur Jan de Jong van de NOS schreef 10 oktober deze open brief in NRC Handelsblad:
De politiek heeft de neiging om zich nadrukkelijk met de publieke omroep te bemoeien, tot de inhoud van de programma’s aan toe. Wie betaalt bepaalt, lijkt daarbij het impliciete uitgangspunt te zijn. Ik heb daarover bij diverse gelegenheden mijn zorg uitgesproken. Maar soms heeft men een punt. In een tijd waarin nieuws zich van alle kanten aandient en zich razendsnel verspreidt, neemt de kans op fouten toe. Dus mag van een journalistieke organisatie, ook door de Haagse politiek, een maximale verantwoording worden gevraagd. Aan de berichtgeving door de NOS worden hoge eisen gesteld, en terecht. Dus liggen wij eigenlijk voortdurend onder het vergrootglas.
De NOS doet al heel wat op dit terrein. Onder meer via publieksjaarverslagen en een proactief communicatiebeleid (inclusief de inzet van social media), maar ook door middel van blogs van directie, hoofdredactie, ‘gezichten’ en medewerkers. Daarnaast had de NOS enige tijd ook een eigen ombudsman waar kijkers en luisteraars met klachten over de berichtgeving van de NOS terecht konden. Deze functie wordt sinds enkele jaren niet meer door één persoon vervuld, maar door een Commissie van Deskundigen, bestaande uit vijf experts uit de journalistiek en andere geledingen van de maatschappij. Zij behandelen klachten van het publiek en adviseren de leiding van de NOS gevraagd en ongevraagd over journalistieke kwesties.
We leggen dus op allerlei manieren verantwoording af; maar is het voldoende? We gaan de Commissie van Deskundigen een gezicht geven en versterken met een erkend journalistiek zwaargewicht. We hopen dat dat de zichtbaarheid en de toegankelijkheid van de ombudsfunctie voor het publiek ten goede komt. Maar daarnaast pleit ik voor een ombudsman voor de hele landelijke publieke omroep: de NPO Ombudsman.
In de afgelopen jaren is er veel veranderd in het publieke bestel. Het aantal omroepinstellingen is sterk gedaald als gevolg van fusies die deels vrijwillig, deels onder druk van bezuinigingen en wetgeving tot stand zijn gekomen. Daarmee zijn ook veel journalistieke krachten binnen het bestel gebundeld. Ik durf de NOS nog steeds het kloppend hart van het publieke bestel en de grootste journalistieke organisatie van Nederland te noemen; tegelijkertijd leveren programma’s als Een In de afgelopen jaren is er veel veranderd in het publieke bestel. Het aantal omroepinstellingen is sterk gedaald als gevolg van fusies die deels vrijwillig, deels onder druk van bezuinigingen en wetgeving tot stand zijn gekomen. Daarmee zijn ook veel journalistieke krachten binnen het bestel gebundeld.
Ik durf de NOS nog steeds het kloppend hart van het publieke bestel en de grootste journalistieke organisatie van Nederland te noemen; tegelijkertijd leveren programma’s als Een Vandaag, Brandpunt, Zembla en Tegenlicht maar ook Radar, Kassa en de Keuringsdienst van Waarde (om er maar een paar te noemen) een niet te onderschatten bijdrage aan de journalistiek op de landelijke omroep. Samen met de NOS zorgen zij bovendien voor een diversiteit aan invalshoeken. Daarmee geven zij vorm aan de pluriformiteit van ons bestel.
Nu de overkoepelende NPO er serieus werk van maakt om de publieke zenders in Nederland onder één herkenbare gezamenlijke noemer te brengen (met de rebranding van de drie tv- en zes radiozenders als meest opvallende exponent) lijkt het mij niet meer dan logisch dat een nieuw aan te stellen ombudsman een breed takenpakket heeft. Hij gaat niet alleen over uitingen op radio en tv, maar ook op websites, mobiele platforms, apps en social media. Hij gaat niet alleen over de NOS maar over alle verzorgers van media-aanbod binnen het publieke bestel. Hij is onafhankelijk, beschikt over een eigen statuut en heeft volledige toegang tot alle journalistieke processen bij de NOS en de andere omroepen. Laat de NPO Ombudsman maar komen.