NOS-directeur bepleit audiovisuele nieuwsdienst

NOS-directeur bepleit audiovisuele nieuwsdienst

In een interview met VillaMedia dat op 9 november jl. is gepubliceerd, wordt met NOS-directeur Gerard Timmer vooruitgekeken naar de toekomstige rol van de NOS binnen de journalistiek in Nederland.

 

De NOS wil graag bijdragen aan de journalistieke infrastructuur in ons land, onder meer met het opzetten van een audiovisuele nieuwsdienst. Uitgevers, regionale en lokale omroepen kunnen er gebruik van maken. Het kost geld en sluit verdere bezuinigingen op de NOS uit. Directeur Gerard Timmer schaakt op vier borden om dat voor elkaar te krijgen.

Eerst maar een paar cijfers. De NOS had vorig jaar 756 mensen in dienst, 422 voor nieuws, 170 voor sport, 18 voor evenementen en de rest (146) voor ondersteuning. Elke week kijken of luisteren ruim 13 miljoen Nederlanders naar de NOS. Dat kostte vorig jaar alles bij elkaar 220 miljoen euro (inclusief het WK voetbal, de Nations League en de Olympische Winterspelen). NOS-directeur Gerard Timmer (51): “Omgerekend kost de NOS elk huishouden 1,44 euro per maand. Dat is peanuts.”

Maar er pakken zich donkere wolken samen boven de NPO en daarmee ook de NOS. In de visiebrief over de toekomst van de publieke omroep van mediaminister Arie Slob staan naast lovende woorden ook nieuwe bezuinigingen. Er gaan bedragen over tafel tussen de 50 en 80 miljoen euro per jaar op het totaal. Dat ziet Hilversum, en Timmer sluit zich daarbij aan, niet zitten. De NOS wil niet verder inleveren, maar zelfs groeien in taken. Om dat te bereiken schaakt Timmer op vier borden tegelijk. We lopen ze met hem langs.

Eerst de basisgedachte. Timmer: “Als NOS zijn we, vinden we zelf, en ook het publiek, sterk en betrouwbaar. Daarnaast hebben we een groot bereik en een stevig correspondentennetwerk. Als er in Nederland of de wereld iets groots gebeurt, dan zoekt het publiek de NOS op. Die kracht rond nieuws, sport en evenementen kun je gebruiken om iets te betekenen voor de journalistieke ­infrastructuur van het land. Wij voelen die verantwoordelijkheid. Dat moet je dan onderzoeken, want het betekent ook iets voor de organisatie en de financiering. Zo begint het denken. En ik merk dat dat denken veel draagvlak krijgt, hier intern, maar ook bij de minister, het kabinet en de Kamer. Ik zie in de visiebrief van de minister haakjes voor dat plan. En die staan er niet zomaar in en zijn er niet vanzelf gekomen. Het strategisch belang van de NOS is groter dan ooit. De brief brengt ons in positie.”

Wat Timmer betreft blijft de NOS nieuws, sport en evenementen verzorgen. Daarnaast staat de NOS open voor een basis nieuwsvoorziening die zich richt op audio en video. Voor tekst en foto’s is er het ANP. Private partijen, zoals uitgevers, kunnen van die audiovisuele basis nieuwsvoorziening gebruikmaken. Hoe precies is allemaal uitwerking. Verder wil Timmer de samenwerking met de regionale en de lokale omroepen verbeteren. Om daar te komen, moet er nog wel wat gebeuren. Op dus naar de schaakborden.

Om te beginnen er is de strijd om het budget voor de NOS. Wat Timmer betreft kan er niets meer af. Als er weer bezuinigd moet worden bij de NPO, dan dient zijn omroep niet als één van de elf behandeld te worden, heeft hij eerder gezegd. Hij wil dan een uitzonderingspositie.

Dat zegt elke omroep natuurlijk.
“Dat zei de raad van bestuur van de NPO ook tegen mij. Maar ik weet zeker dat als ik nu directeur was van BNNVARA (dat is hij geweest, red.) ik begrepen had wat de NOS daarmee bedoelt. Ik zeg het maar heel simpel: wij hebben een wettelijke taak die we waar moeten kunnen blijven maken. Daarmee heb je een andere positie dan de andere omroepen. Punt twee is dat we ondanks de bezuinigingen zijn blijven maken wat we maakten en zelfs meer. Ten derde: niemand kan betwisten dat wat wij doen tot het hart van de programmering van de NPO behoort. Wij zijn het water uit de kraan, het bloed door de aderen, het hart van de publieke omroep. Want de NPO is zonder sterke nieuwsvoorziening geen goede NPO. Er komt een tijd dat je daarvoor moet gaan staan. Als NOS verzorgen we een derde van de zendtijd op de publieke netten en twee derde van het online bereik van de NPO. In een tijd dat feiten ertoe doen moet je die journalistiek gaan beschermen. En dan kan je niet tot in lengte van jaren zeggen: we hebben elf spelers en die moeten proportioneel bijdragen aan de bezuinigingen.”

Wat is het antwoord van de raad van bestuur?

“De uitnodiging om daarover te praten staat. Maar heeft nog niet plaatsgevonden.”
 
Dan het tweede schaakbord. De NOS werkt al decennia samen met de regionale omroepen en wil dat verder uitbreiden. Timmer over die samenwerking: “Door-de-week zijn er dagelijks al twee bulletins op tv met nieuws uit de regio, drie omroepen gebruiken inmiddels ons newsroom-systeem en we wisselen nieuws voor de websites uit. De regionale berichten zorgen online voor 10 procent van ons bereik. Bijvoorbeeld het nieuws van het gezin uit Ruinerwold is in het begin in belangrijke mate gecoverd door RTV Drenthe. We hebben met de regionale omroepen verder afgesproken dat we rechtstreeks content op elkaars site en app gaan plaatsen. Dus op de NOS-app en -site komen dan automatisch twee artikelen van een regionale omroep naar keuze te staan, en omgekeerd: de twee belangrijkste NOS-artikelen worden rechtstreeks doorgeplaatst naar de sites en apps van de regionale omroepen.”

En dan het derde schaakbord: de lokale omroepen. Minister Slob heeft 9 miljoen euro beschikbaar gesteld voor een proef van twee jaar met lokale nieuwsvoorziening. Samen met de regionale en lokale omroepen praat Timmer met het ministerie. Er zijn meer kapers op de kust voor dat geld. De koepelorganisatie van lokale omroepen (NLPO) wil bijvoorbeeld dat het geld direct bij de lokale omroepen terecht komt.
Timmer: “Wij zien een democratisch tekort. In veel Nederlandse gemeenten blijft de perstribune bij raadsvergaderingen leeg. Wij willen als NOS samen met de regionale omroepen, en wat ons betreft ook de lokale, een tweejarige proef doen waarmee we de lokale journalistieke functie kunnen versterken. Het idee lijkt op wat de BBC doet met het Local News Partnership. De bijdragen van de verslaggevers komen beschikbaar voor meerdere mediapartijen. De NOS en de regionale omroepen organiseren mede de infrastructuur. De BBC verzorgt ook opleidingen en heeft een landelijke databank waar lokale partners verhalen mee kunnen maken. Daar kijken wij ook naar. De subsidie geeft ons de kans dat uit te proberen. Als de proef slaagt, zie ik een situatie voor me waarin we op landelijk, regionaal en lokaal niveau als NOS een ondersteunende rol kunnen spelen.”

En dan het vierde schaakbord: de audiovisuele basis nieuwsvoorziening. In zijn eerste honderd dagen als bewindsman ging Slob bij veel media langs. Bij de publieke omroepen vroegen ze om meer geld, de commerciële uitgevers om minder wetten, geen btw en een kleinere publieke omroep. Tegen allemaal vertelde de minister dat ze hun eigen problemen moeten oplossen, maar dat hij de partijen wel aan tafel wilde zetten om te kijken of ze samen een gezond medialandschap kunnen creëren. Mocht er dan een wet moeten wijzigen of een ander duwtje nodig zijn, is de minister bereid te helpen. Aan de tafel waar de NOS aanzit met enkele grote uitgevers is inmiddels afgesproken om de mogelijkheid van een audiovisuele basis nieuwsvoorziening te verkennen.
Timmer: “Over de uitvoering valt dan ook nog weinig te zeggen. Wel dat het er niet zomaar bij kan hier. Ook zal het ANP aanschuiven om tot een goede afbakening van taken te komen.”

Verwacht de NOS iets terug van de uitgevers?
“Ik ben daar gaan zitten om onze krachten aan te bieden. Niet verdedigend, maar namens een stevige organisatie. We zitten bij elkaar om de journalistiek beter te maken en daar hoort dan niet bij dat je een partij een kopje kleiner maakt.”

Dus uitgevers moeten stoppen met hun lobby om op de NPO te bezuinigen.
“Dat gaat voor mij hand in hand met de constructieve opstelling. Als je serieus wilt verkennen of je van betekenis kunt zijn voor elkaar, dan doe je dat omdat je de andere partij krachtig vindt en daar past niet bij dat je een lobby voert om de partij die zich daarvoor openstelt, kleiner te maken.”

De bonden vragen namens het personeel 5 procent salarisverhoging. Immers; het rijk heeft een begrotingsoverschot en het bereik van de NPO is uitstekend. Hoe kijk je daar naar?
“Ik vind het een stevige eis met respect naar de mensen die het toekomt. Er is bezuinigd en de prijscompensatie blijft uit. Als we het geld niet hebben, dan leidt zo’n loonsverhoging onmiskenbaar tot een aantasting van de journalistiek.”

[Met dank aan VillaMedia, Dolf Rogmans]

Deel dit artikel