Ombudsman tevreden over coronaberichtgeving NOS, maar zag ook de worsteling

Ombudsman tevreden over coronaberichtgeving NOS, maar zag ook de worsteling

NPO-ombudsman Margo Smit is over het algemeen tevreden over de coronaberichtgeving door NOS Nieuws. De nieuwsorganisatie is er volgens haar goed in geslaagd de nieuwsontwikkelingen snel, accuraat en pluriform te verslaan en duiden.

Dat constateert ze in een uitvoerige analyse van de berichtgeving door de NOS. Wel merkt ze op dat kritische geluiden aanvankelijk meer ruimte hadden kunnen krijgen en dat de berichtgeving over de verpleegzorg achterbleef.

De hoofdredactie van NOS Nieuws had de ombudsman, die onafhankelijk is, gevraagd de eigen berichtgeving op radio, tv en internet tegen het licht te houden, vanaf de eerste berichten eind 2019 tot 1 juni jongstleden, toen de coronacrisis een andere fase in ging. Smit woog daarbij belangrijke uitzendingen over de persconferenties, het liveblog en de specials Feiten&Fabels, maar nam ook steekproefsgewijs reguliere uitzendingen mee in haar oordeel en deed een uitgebreid bronnenonderzoek.

Ze zag dat journalisten vooral in het begin hun weg zochten. “Journalistiek checken werd soms bemoeilijkt doordat zelfs op zich kritische bronnen zich leken in te houden, of omdat informatie simpelweg niet voorhanden was”, schrijft Smit. “Je kunt dan niet anders doen dan dat dilemma zelf laten zien. Het voelt voor een journalist ongemakkelijk om te zeggen dat niemand het weet, maar dat moet dan maar.”

“Er is wel gezocht naar tegengeluiden, maar zeker de eerste weken waren die er weinig”, zegt Smit in een toelichting. “Er waren zelfs critici die zeiden: ik bewaar tegengeluiden liever voor de evaluatie. Het zou dan gek zijn als je zelf de alarmbel gaat luiden.”

‘Journalistieke worsteling’
Hoofdredacteur NOS Nieuws Marcel Gelauff herkent het beeld dat Smit schetst. Vooral in de beginperiode was het erg zoeken naar wie over de epidemie aan het woord gelaten moest worden.

“Het rapport van de Ombudsman laat heel goed zien hoe lastig het is om te bepalen wie je aan het woord laat. Waarom geef je een bepaalde benadering de ruimte in je uitzendingen? Op grond van wat? Het was voortdurend een journalistieke worsteling om daar een goed midden in te vinden.”

“De redactie discussieerde er elke dag over”, vervolgt Gelauff. “In het NOS Journaal op televisie wil je puntig samenvatten, eenduidig en feitelijk zijn. Het is lastig alle nuances in een filmpje van 1 minuut 40 te behandelen. In een programma als Nieuwsuur of Met het Oog op Morgen kun je gemakkelijker drie mensen lang laten discussiëren. Maar we moeten met dit rapport zeker bekijken hoe we daar ook in onze eerstelijns nieuwsvoorziening nog beter mee om kunnen gaan.”

Verpleeghuizen onderbelicht
De Ombudsman merkt ook op dat de gevolgen van de uitbraak in verpleeghuizen soms onderbelicht bleven. “Verpleeghuizen gaan op een gegeven moment dicht en dan verdwijnen ze uit beeld. Tv had natuurlijk het probleem dat niemand er meer naar binnen mocht, maar ook bij andere media zie je een hiaat in de berichtgeving.”

De oorzaak daarvan lag niet alleen bij de journalistiek. “De ziekenhuizen hadden goedgebekte woordvoerders die dagelijks cijfers presenteerden, maar de verpleegsector is meer versnipperd. Dat merkte je niet alleen bij de media, maar ook in de politiek: bij reconstructies bleek dat ze al vroeg om extra beschermingsmiddelen hebben gevraagd, maar ze kwamen er bij niemand doorheen.”

Toch zegt Gelauff ook hier een les te trekken. “We moeten ons blijven afvragen wie we niet bereiken, welke invalshoeken we missen. Verpleeghuizen waren misschien minder georganiseerd, maar dan moeten we dat eerder signaleren. We moeten actief blijven zoeken naar onderwerpen die niet vanzelf naar ons toekomen.”

Crisisverslaggeving
Hoewel ze ook een klacht ontving van een kijker die vond dat “VVD’er Rutte erg veel op tv was”, meent Smit niet dat de NOS zich te veel als doorgeefluik heeft laten gebruiken, ondanks de vele persconferenties, debatten en briefings die live werden doorgezet. Dit hoort bij nieuwsverslaggeving, constateert de Ombudsman.

Gelauff zegt daarover: “Deze extra uitzendingen waren crisisverslaggeving. Als er een vliegtuig neerstort, wil je ook eerst de feiten hebben en pas een dag of een maand later kom je toe aan de diepere analyse van wat er is gebeurd. Het hangt af van in welke fase de berichtgeving is.”

Deel dit artikel