Vrijdagavond 13 november om half tien wordt Parijs getroffen door een serie aanslagen, op heel gewoon uitgaanspubliek, op heel gewone plaatsen. Meer dan 125 mensen overleven het niet. De gruwelijke gebeurtenissen van deze dag worden direct als een ijkpunt gezien, de vergelijking met Amerika en 11 september 2001 wordt snel gemaakt. Europa zal niet meer hetzelfde zijn.
Vrijwel vanaf de start van de aanvallen doen alle platforms van de NOS verslag van de gebeurtenissen. Dankzij een radioverslaggever die voor familiebezoek in Parijs is maar plots zelfs voor de camera moet, en daar in de chaos zijn kenmerkende, mooie beschrijvende radiozinnen blijft uitspreken. Dankzij een bureauredacteur die bij toeval in de stad is en direct aan de slag gaat. Dankzij correspondenten die duiding en perspectief bieden. Met in Hilversum een ploeg op de redactievloer die technisch en inhoudelijk bergen verzet. Met een live blog op de NOS app die tussen 23 en 24 uur naar 500.000 bezoeken schiet en een website die update na update maakt. Met televisie- en radiopresentatoren die bij de – allengs minder schaarse – feiten blijven, en zonder te speculeren urenlang de vragen stellen die bij iedereen leven.
Als om vijf over twee ’s nachts de tv ‘op zwart’ gaat, zijn er van de ruim één miljoen kijkers van 23 uur nog altijd zo’n 450.000 over. Hoeveel mensen in bed tot twee uur ’s nachts naar de radio geluisterd hebben weten we helaas pas over zes weken, wanneer de luistercijfers loskomen. De dag erna en de dag daarna gaan redactie en de ploeg in Parijs verder met verslaan en uitleggen wat bijna niet uitgelegd kan worden: dat terreur Europa tot in het hart weet te treffen. Chapeau! laten veel mensen de NOS in het weekend weten.
Parijs versus Beiroet
Maar er is ook kritiek. Waarom zoveel aandacht voor ruim honderd doden in de Franse hoofdstad, en zo weinig voor een bijna even bloedige aanslag de dag ervoor in Beiroet, het Parijs van het Midden-Oosten? “Wanneer wordt iedereen nou eens gelijk behandeld?” vraagt iemand op de NOS-Facebookpagina. “Moeten wij het beeld opgelegd krijgen dat ‘het Westen’ het voornaamste slachtoffer is van dit soort aanslagen door moslim-extremisten gepleegd?” zegt een ander in een e-mail. Is de NOS hypocriet als op zaterdag in het NOS Journaal van 20 uur een lijstje bloedige aanslagen uit alleen Europa wordt opgesomd, vraagt een filosoof in een landelijke krant.
Eurocentrisme? Opportunisme? Hypocrisie? Moet, volgens het slachtoffercoëfficiënt, ‘het aantal doden gedeeld door de afstand tot de redactie in kilometers’ liever niet onder de 1 komen, omdat anders een ramp de uitzending niet haalt? De NOS versloeg ‘Beiroet’ wel degelijk, maar met een beperkter aantal artikelen en duiding van één correspondent, bij lange na niet zo uitgebreid als ‘Parijs’.
Belevingswereld
Dat zo’n discrepantie de redactie ook bezighoudt, blijkt uit een artikel op NOSop3 en een ander op NOS.nl van drie dagen na Parijs. Op de vraag ‘waarom Parijs ons meer raakt dan Beiroet’ haalt een hoogleraar communicatie en beïnvloeding een wetenschappelijke theorie aan die met nabijheid te maken heeft: psychologisch en cultureel. We zijn er allemaal wel eens geweest, en ja, Parijzenaars lijken op ons. Daar sluit NOS-hoofdredacteur Marcel Gelauff zich in een van de stukken bij aan. ‘Parijs’ staat dichterbij de kijkers, het is “onze wereld, onze cultuur. Dat maakt het journalistiek veel relevanter.” Omdat de NOS ook verslag doet van wat dit alles oproept in Nederland “volgt de NOS de ontwikkelingen in Parijs nauwgezetter dan die in Beiroet”.
Op Facebook volgt de (leesbare en ook genuanceerde) discussie.
Beperkte blik?
Want wat is waar of wat was er eerst: de (vermeende) beperkte blik van de NOS of de (vermeende) beperkte belangstelling van de nieuwsconsument? Als de NOS voor veel Nederlanders in tijden van crisis de belangrijkste nieuwsbron is, heb je dan niet een extra verantwoordelijkheid om mogelijke culturele en geografische oogkleppen af te zetten? Jazeker. Maar het fenomeen van de ‘cultural proximity’ zit diep, ook bij de afnemers van het nieuws. De NOS bepaalt niet dat er wel één minuut stilte is voor ‘Parijs’ en niet voor ‘Beiroet’, dat doet de samenleving zelf.
Nieuwskeuzes
Twee wetenschappers, nota bene van het Peace Research Institute in Oslo, beschreven al in 1965 hoe journalisten wereldwijd bij buitenlandverslaggeving de nieuwswaarde van een gebeurtenis bepalen. Nieuws mag dan dat zijn wat afwijkt van de norm, enige affiniteit met onderwerp, locatie of (lijdend) voorwerp zal zorgen voor een grotere kans op een plek in de berichtgeving.
Moeten we na al die tijd niet eens onze criteria voor nieuwskeuzes opnieuw uitvinden? Want die keuzes hebben reële consequenties. De NOS-berichtgeving bepaalt (gelukkig niet exclusief, maar nog wel in belangrijke mate) wat veel mensen weten over de wereld om hen heen. Dat we reageren op culturele nabijheid zit in ons dna. Maar als het dna om ons heen steeds diverser wordt, is het niet meer vanzelfsprekend dat culturele nabijheid ook geografische nabijheid is. De redactie is zich daarvan bewust.
Duiden
Maar een antwoord op de terechte vragen van kijkers is dat nog niet. We hoeven ‘Parijs’ niet weg te stoppen om meer tijd en ruimte te maken voor ‘Beiroet’ als we 24/7 internet hebben. En nieuws maken is ook een beetje opvoeden: het publiek niet alleen wat het al binnen bereik heeft, zeker ook duiden, uitzoeken en dieper graven, Beiroet dichterbij brengen. Niet ten koste van de waardevolle verslaggeving in die eerste hectische uren, maar wel ernaast en als het stof is opgetrokken.
Een schrijver merkt op Facebook nog op dat nieuws gefilterd wordt, “wat mogen mensen zien en wat willen mensen zien? Hoe krijgt een tv-uitzending de meeste kijkers?” Dat zou de keuze voor emotionele en etnocentrische verslaggeving ook meebepalen. Laat me één ding zeggen: NOS Nieuws gaat niet over wat mensen mogen zien. Kijk- en luistercijfers zijn natuurlijk ook voor de NOS belangrijk, want als niemand meer kijkt kan het nieuws dat de publieke omroep maakt kennelijk afgeschaft worden. Maar deze hoge kijkcijfers, op een late vrijdagavond in november als iedereen ‘op café’ hoort te zijn, daar streeft de NOS niet naar. Niemand, mag ik hopen.