De publicatie van de Volkskrant vandaag heeft ons opnieuw op het type misstanden gewezen dat wij ook al in de inventarisatie van de externe vertrouwenspersoon hadden gelezen. We schamen ons voor de ervaringen die we lezen in de Volkskrant. Aan iedereen die dit heeft meegemaakt, bieden we nogmaals onze oprechte excuses aan.
De NOS-directie is vandaag gestart met de gisteren aangekondigde maatregelen. Ook de komende periode vinden extra gespreksrondes plaats met collega’s. Verder heeft personeelszaken professionele begeleiding aangeboden.
Algemeen directeur Gerard Timmer: “Ik vind het belangrijk om stil te staan bij wat dit met mensen doet. Allereerst met de mensen die dit hebben meegemaakt. Maar ook de andere mensen die bij de NOS werken. Dit is niet wat we willen. Dit is niet wat bij ons past. En dat is ook waarom het ons zo raakt. De voorbeelden in de Volkskrant bevestigen het beeld uit de inventarisatie van de vertrouwenspersoon. Dit laat nogmaals zien dat er echt werk aan de winkel is, en dat wat er in het verleden is gebeurd nooit meer mag voorkomen.”
Maarten Nooter, hoofdredacteur NOS Sport, is door de Volkskrant gevraagd om te reageren op de voorbeelden uit het artikel. Zijn reactie is als volgt:
“Wij kunnen als werkgever vanwege privacy helaas nooit uitspraken doen over (oud-)medewerkers, hun functioneren en eventuele incidenten tussen medewerkers onderling. Hoe graag we het ook zouden willen. Niet extern en niet intern.
Maar richting onze eigen mensen, richting de melders, hadden we daar wel iets op moeten vinden. Want wat ik me niet heb gerealiseerd, is hoe lang grensoverschrijdend gedrag kan doorwerken. Hoeveel leed dat kan veroorzaken en hoeveel pijn dat – tot op de dag van vandaag – kan doen. De mensen die daar mee te maken hadden, hadden we wél duidelijk moeten maken dat er vervolgacties waren geweest. Zelfs als dat in vage bewoordingen had gemoeten. Iets is beter dan niets. Maar dat hebben we onvoldoende gedaan, waardoor sommige mensen onderweg in de knel zijn gekomen. Dat spijt ons.
Ook ten aanzien van Aïcha Marghadi, de sportpresentator die in het artikel veelvuldig aan het woord komt, vinden we het pijnlijk dat zij dit zo ervaren heeft. We hebben destijds geprobeerd haar te begeleiden en te helpen waar we konden. Ik herken me niet in de door haar genoemde voorbeelden. Dat zij dit zo heeft ervaren, is verdrietig.
Het algemene beeld dat de Volkskrant schetst, is pijnlijk. De geluiden die hier naar voren komen, hebben ons helaas niet allemaal bereikt. Dat trekken we ons dan ook aan.”