Regionieuws krijgt plek in NOS Journaal

De NOS en de regionale omroepen breiden hun samenwerking verder uit. In februari zou op doordeweekse dagen aan het begin van de middag het NOS Journaal een regionaal nieuwsblok van vijf minuten moeten krijgen, na enkele uren gevolgd door een update. Na een geslaagde pilot hiervoor wordt met de NPO overleg gevoerd. Op NOS.nl heeft het regionale nieuws inmiddels een eigen plek gekregen, de berichten zijn herkenbaar aan het regio-logo.

Met de samenwerking wordt het publiek nog beter bediend: van ontwikkelingen dicht bij huis, tot het laatste nieuws in binnen- en buitenland, of het nu gaat over nieuws, sport, politiek of achtergronden.

Algemeen directeur Jan de Jong van de NOS juicht de nieuwe stap in de samenwerking toe: “De journalistieke samenwerking tussen de regio en de NOS wordt steeds intenser en gaat ook steeds een stapje verder. Dat is hard nodig want ik maak me grote zorgen over de kwaliteit van de nieuwsvoorziening in Nederland. Deze nieuwe bulletins zijn geen stap maar een sprong voorwaarts. Dat is goed. Maar onze gezamenlijke ambities reiken nog veel verder. Samen kunnen en moeten we nog veel meer!”

Ook directeur Gerard Schuiteman van Stichting ROOS, de regionale omroeporganisatie, verwelkomt de nieuwe ontwikkeling: “Deze sprong in onze samenwerking is zeker niet de laatste. Doelstelling blijft om het aanbod op de landelijke kanalen met regionaal media-aanbod te verrijken en de zichtbaarheid en het bereik van de regionale omroep te vergroten. Nieuws van de regionale omroepen in NOS tv-journaals en op NOS.nl draagt daar zeer aan bij.”

De NOS en de regionale omroepen werken al meer dan twintig jaar samen. Eerst met de Radio Nieuws Centrale, voor het uitwisselen van radionieuws. In 2003 werd dat uitgebreid met televisie. En in 2014 deed Bureau Regio zijn intrede op de nieuwsvloer van de NOS. Een aparte redactie, bemand door redacteuren van regionale omroepen, waardoor regionaal nieuws sneller zijn weg vindt naar de NOS, en de regionale omroepen eerder op de hoogte zijn van landelijke ontwikkelingen.