De prijs voor de Beste Verslaggeving in 2014, de Tegel, is toegekend aan Afrika-correspondent Kees Broere en cameraman Marco Prins. Ze kregen de onderscheiding gisteravond uitgereikt voor hun bijdragen uit West-Afrika over ebola, voor zowel het NOS Journaal als Nieuwsuur.
De zeer besmettelijke ziekte kostte vorig jaar in vooral Liberia, Sierra Leone en Guinee aan duizenden mensen het leven. Maatschappijen raakten ontwricht en de angst dat ebola zou overslaan, zorgde – terecht of onterecht – in de hele wereld voor paniek.
Vanwege het besmettingsgevaar reisden maar weinig journalisten af naar de getroffen gebieden. Onder hen – als eerste Nederlandse televisiejournalisten – Kees Broere en Marco Prins. Hun verslagen zijn zowel nuchter als betrokken en schetsen een samenleving die op alle fronten zwaar is getroffen. Kijk hier naar hun bijdrage voor het NOS Journaal en hier voor hun achtergrondreportage in Nieuwsuur.
Hoofdredacteur NOS Nieuws Marcel Gelauff: “ Het was zeer indrukwekkend dat voor Kees Broere en Marco Prins vanaf het begin vaststond dat zij dit verhaal moesten vertellen. Net zo indrukwekkend waren de verhalen waar ze uiteindelijk mee terugkwamen. Kees en Marco behoorden tot de eerste journalisten die naar Afrika gingen om verslag te doen van deze vreselijke epidemie. Ze deden dat doordacht en goed voorbereid, en twijfelden nooit aan wat zij als hun journalistieke opdracht beschouwden.”
Ook Joost Oranje, hoofdredacteur van Nieuwsuur, is onder de indruk: “Het was voor Nieuwsuur een prachtige reportage, vooral ook omdat Kees Broere en Marco Prins lieten zien hoe je een nieuwsgebeurtenis ook ter plekke van achtergrond kan voorzien. De verslagen in het NOS Journaal schetsten een samenleving die zwaar getroffen is; in Nieuwsuur kreeg dat verdieping door de achtergrondreportage over het team dat de doden in Monrovia ophaalt. Een geweldige aanvulling, ook omdat Kees dat na de reportage in de studio kon toelichten. Dat is precies wat Nieuwsuur wil zijn: aanvulling op het dagelijkse nieuws.”