Bij de NOS komen er regelmatig vragen binnen. Sommige vragen verdienen een langere uitleg. Zo viel het op dat Nieuwsuur het volledige interview met UWV-topman Fred Paling op NOS.nl publiceerde. Is het integraal publiceren van een tv-interview een normale journalistieke handeling of een ‘onveilig signaal’, zoals Michel van Baal betoogt op het gastblog van Adformatie? Een polemiek tussen woordvoerders enerzijds, en journalisten anderzijds. Hoofdredacteur Joost Oranje geeft namens Nieuwsuur een toelichting.
Eerst de feiten. Nieuwsuur is al maanden bezig met intensief onderzoek naar wat de WW-fraude is gaan heten, met een negatieve hoofdrol voor het UWV. Ons onderzoek toonde tot nu toe aan dat het toezicht en controle schromelijk tekort schoot. Diverse uitzendingen hebben we er aan gewijd, maar één instantie wilde maar niet reageren: het UWV zelf, ondanks vele verzoeken. Bestuursvoorzitter Paling was welkom in onze studio, we wilden naar het UWV-kantoor komen, alle mogelijkheden hebben we aangeboden. Vergeefs.
Toen betrokkenen onlangs in de Tweede Kamer moesten komen opdraven voor een hoorzitting en Paling de pers niet meer kon ontlopen, zegde het UWV eindelijk een interview toe. Niet in de Nieuwsuur-studio, wat gebruikelijk is, en wat verantwoordelijk minister Koolmees wèl aandurfde. Het UWV wilde slechts een staand vraaggesprek in een kale gang van de Tweede Kamer. Uit communicatie-oogpunt overigens een minstens zo interessante vraag als de discussie over het al dan niet onveilige signaal. In hoeverre is het wijs en te verdedigen om de pers maanden te mijden als je als overheidsorganisatie zó onder vuur ligt? En waarom straal je niet rust uit door je verhaal gewoon te doen in de studio?
Enfin, het werd dus een staand interview in die gang, door verslaggever Siebe Sietsma. Nieuwsuur zond een belangrijk deel daarvan uit en zette het hele vraaggesprek online. Een onveilig signaal, stelt Van Baal, die vervolgens allerlei vragen de lucht in gooit waarom dit zou zijn gebeurd. Het antwoord is simpel: omdat het er journalistiek toe deed. Integrale publicatie van het interview heeft niets te maken met ‘belachelijk maken of uitlachen’, dan wel met frustratie bij journalisten over mediatraining. De enige reden is dat de volledige versie, anders dan Van Baal betoogt, juist wèl wat toevoegde voor kijkers die meer wilden zien dan de samenvatting in de reguliere Nieuwsuur-uitzending. Het is relevant om te beoordelen hoe een bestuurder reageert op deze kwestie, waar veel gemeenschapsgeld mee is gemoeid. Het is ook van toevoegende waarde: je kan zien hoe het interview tot stand kwam en vanuit de geïnterviewde is er meer ruimte voor nuance.
Dat het interview kritische reacties teweeg bracht, had niet te maken met het integraal publiceren, maar met de inhoud. Het was bestuurdersproza, lange zinnen, geen substantiële antwoorden. Bovendien probeerde Paling te onderbouwen dat alle fraudesignalen zouden worden gecontroleerd terwijl UWV-documenten en -bronnen, werkgevers, werknemers en arbeidsmigranten overtuigend het tegendeel aantonen.
Het is onzin dat de verhaallijn de dag vooraf al zou zijn ‘verkend door de redactie en afgestemd met de mensen die voor de camera gaan staan’. In het contact vooraf met UWV-woordvoerder Remco Icke is toegezegd dat Paling niet met draaiende camera zou worden overvallen met nieuwe feiten. Naar de inhoud van de vragen hebben Icke en Paling niet geïnformeerd, net zoals Nieuwsuur vooraf niet vroeg naar de antwoorden van Paling. Een gebruikelijke gang van zaken, veel gebruikelijker dan het veronderstelde toneelspel van Van Baal. Het is ook onzin dat Nieuwsuur slechts interviews maakt voor de quotes. Soms wel. Maar juist in dit soort gevallen maken we langere gesprekken, bijna dagelijks in (en soms buiten) onze studio. En ja, ook Nieuwsuur heeft een morele toets. Natuurlijk gooien wij niet zomaar versprekingen of ‘gestuntel’ op straat, zoals Van Baal veronderstelt. Tenzij het journalistiek van belang is. Alleen dát is een voor ons relevante toets, niet het ‘gevoel’ veilig te zijn. Dat geldt overigens nog veel meer voor politici en bestuurders dan voor een willekeurig straatinterview of personen met weinig media-ervaring. Ook daar houden we rekening mee bij Nieuwsuur.
Of Paling getraind was voor dit interview, weten we niet. Het is ook niet relevant. Als wij onze vragen maar kunnen stellen. Waarbij het helpt als er heldere antwoorden komen. Eén ding is zeker: mediatrainingen hebben geen enkele zin als het verhaal van een bestuurder niet klopt. In dit geval komen de negatieve reacties ook niet door het online plaatsen van hele interview door Nieuwsuur. De onveiligheid die Van Baal meent te moeten bespeuren spruit vooral voort uit de manier van besturen en de gekozen beantwoordingslijn van Paling en het UWV zelf.
[Joost Oranje, Hoofdredacteur Nieuwsuur]