Acht jaar was Henrik-Willem Hofs onze man in Rotterdam. Vanaf deze week is ie landelijk verslaggever. Justitie- en politieredacteur Robert Bas neemt zijn plek in. Beide heren interviewen elkaar aan de voet van de Erasmusbrug.
Henrik-Willem: Robert, jij en Rotterdam dat is een weerzien met een oude liefde toch?
Robert: Zeker. Ik ben mijn journalistieke carrière in de jaren tachtig begonnen bij De Havenloods en vervolgens via het Algemeen Dagblad bij de Rotterdamse redactie van het ANP terechtgekomen. Het waren de beruchte jaren negentig toen er heel veel mis ging in Rotterdam. Drugstoerisme, Perron Nul, de sluimerende onvrede die uiteindelijk uitmondde in de Fortuynbeweging, ik heb het allemaal mogen verslaan.
Maar waarom weer terug. Je had zo’n mooie en spannende portefeuille?
De justitieportefeuille is inderdaad heel spannend. Zware criminaliteit, liquidaties, terrorisme, motorclubs. Het is mijn dagelijks werk. Maar ik doe het al weer zo’n zestien jaar. En ik wil ook wel eens andere verhalen maken. En die kans biedt de post Rotterdam. Terug naar mijn oude liefde Rotterdam, de mooiste stad ter wereld. Maar nu in een tijd dat Rotterdam de goede lijstjes aanvoert. Het is een dynamische stad, vol cultuur, waar men van de nood een deugd maakt. Rotterdammers pakken aan en bouwen aan een multi-etnische samenleving. Natuurlijk moet er nog veel gebeuren maar de stad straalt hoop voor de toekomst uit.
Robert: Waarom wilde jij eigenlijk weg uit die mooie Maasstad?
Henrik-Willem: Ik heb acht jaar lang talloze verhalen over en in de stad gemaakt. Heel veel mensen gesproken en ik merkte dat ik soms in herhaling verviel of mijn verbazing kwijtraakte. De zoveelste keer zomercarnaval of weer een verhaal over gevaarlijke bedrijven in de haven. En eigenlijk weet je dan: ’t is tijd voor iets anders. Maar ik blijf hier zeker wonen en blijf altijd Rotterdammer.
Wat waren de hoogtepunten in die acht jaar?
Dat waren er heel veel. Vooral de vrijheid en het journalistieke handwerk vond ik geweldig. Zelf verhalen verzinnen en maken. Qua nieuws denk ik vaak terug aan de benoeming van burgemeester Aboutaleb. Dat gaf een hele nieuwe dynamiek in de stad. De strandrellen van Hoek van Holland die volgden. De start van de Tour de France was heel gaaf. Maar ook de talloze verhalen in die supergrote haven aan boord van een groot containerschip of mee met het loodswezen buitengaats. Verhalen liggen hier voor het oprapen. De stad is heel dynamisch; er gebeurt altijd wel iets. En mensen praten graag. Mijn Amsterdamse collega Edwin van de Berg vindt het soms een verademing hier. De Rotterdammers doen over ‘t algemeen niet moeilijk en zijn recht voor z’n raap.
Henrik-Willem: Waar verheug jij je het meest op?
Robert: Ik verheug me er vooral op om verhalen over trends en ontwikkelingen te maken waarvan je als kijker, luisteraar of lezer zegt: verhip, ja, dat zie ik in mijn buurt ook. Je ziet het pas als je het door hebt, zei onze nationale filosoof. Rotterdam is het laboratorium van ons land: veel gebeurt daar net iets eerder dan elders. Negatieve ontwikkelingen, maar zeker nu ook positieve. Die verhalen wil ik opzoeken in de stad.
En natuurlijk niet meer in de file op de A12 naar Hilversum…
In ieder geval minder vaak. Maar ik wil wel proberen elke week langs te komen in Hilversum. Al is het maar om met collega’s van binnenland, en het actualiteitenteam in het bijzonder, te kunnen blijven sparren.
Nou, ik zal aan je denken als ik stil sta bij Woerden. En ik wens je veel succes en kom graag ook af en toe samen aan Rotterdamse verhalen werken.