Sinds de vroege ochtend van zaterdag 7 oktober doet de NOS 24 uur per dag verslag van de oorlog tussen Israël en Hamas. Hoe doen we dat? En doen we dat goed genoeg?
Onze correspondent, Nasrah Habiballah, is in Tel Aviv en bereist vanuit die stad wanneer ze kan Israël en de Westelijke Jordaanoever. Daarbij wordt ze ondersteund door verslaggever Sander van Hoorn, redacteur Lennard Swolfs en cameramannen Geert van Kesteren en Jaap van Willigen. In de Gazastrook werken we samen met freelance journalist Ameera Harouda die we al heel lang kennen. Daar kunnen we niet zelf heen, omdat het voor buitenlandse journalisten niet mogelijk is om nu Gaza in te komen. Vanuit Libanon volgt correspondent Daisy Mohr de oplopende spanningen in het grensgebied met Israël, en in de rest van de Arabische wereld. Freelance journalist Joost Scheffers bericht vanuit Cairo over de ontwikkelingen aan de grensovergang van Rafah.
Op de redactie in Hilversum organiseren we ons zo dat we op alle platformen – radio, televisie, online en sociale media – zorgvuldig en snel kunnen berichten. Een groep redacteuren houdt zich specifiek bezig met het verifiëren en selecteren van beeld met behulp van open source intelligence (OSint). Dat is nodig omdat we weten dat er juist nu veel desinformatie is.
Daarnaast proberen we op onze nieuwsvloer de kennis te bundelen. Een groep gespecialiseerde collega’s dient als vraagbaak voor de woorden die we kiezen, hoe we de (historische) context aanbrengen en welke bronnen betrouwbaar zijn. Dagelijks maken al onze redacteuren afwegingen om beweringen, claims, beelden en ander bronmateriaal te checken en te wegen. Zorgvuldigheid staat daarbij voorop.
Maar dat neemt niet weg dat we soms toch een fout maken. Zoals dinsdagavond 17 oktober, toen we in de eerste zin van een online artikel schreven dat er sprake was van een ‘Israëlische luchtaanval’ bij de explosie bij een ziekenhuis in Gaza Stad. Dat schreven we weliswaar toe aan de Palestijnse gezondheidsautoriteiten, die de bron waren van deze bewering, maar dat deden we niet nadrukkelijk genoeg. Onmiddellijk daarna, in een volgende versie van het artikel, gebeurde dat wel, en ook op de radio en in het NOS Journaal van 20.00 uur was de tekst al beter.
Sommige lezers, luisteraars of kijkers meenden in deze fout een agenda te herkennen: de NOS zou hiermee partij kiezen voor Hamas en tegen Israël. Een agenda vermoeden mensen ook als de NOS verhalen die op sociale media worden gedeeld, niet brengt. Niet zelden is dat overigens omdat die verhalen nog niet bevestigd zijn, of zelfs al bewezen niet blijken te kloppen.
Ook de woorden die de media kiezen, leiden tot speculatie over de motieven daarachter. Wel of niet het woord ‘terreur’ gebruiken als het gaat om Hamas, wel of niet spreken van ‘burgerslachtoffers’, het woord ‘oorlog’ gebruiken of juist ‘conflict’, of spreken over ‘vermoord’ of ‘omgekomen.’ We krijgen vele e-mails en dm’s waarin mensen hun opvattingen delen.
Het is niet aan ons om opvattingen te hebben over al die opvattingen: de taak van de NOS is om het publiek te informeren. Zodat vervolgens onze kijkers, luisteraars en lezers hun eigen opvatting kunnen vormen. Wij voeren geen agenda, ook al denken sommigen die nog zo duidelijk te zien. Wij doen aan journalistiek.
Als wij fouten maken, komen we daarvoor uit en zetten we die recht. We zetten ons maximaal in om zorgvuldige berichtgeving te verzorgen, en zoveel mogelijk context te bieden. Wij wegen niet het ene leed tegenover het andere, of de ene pijn tegenover de andere. Al direct bij de start van deze oorlog spraken we als redactie af: we vertrekken in ons denken niet bij ‘maar’ maar bij ‘en’. We proberen alle perspectieven te laten zien, en daarmee ook de voor sommigen ongemakkelijke perspectieven.
Dat doen we elke dag opnieuw. En daarbij blijven we al uw vragen en reacties graag ontvangen, ook die lezen we en wegen we zorgvuldig.
Giselle van Cann
Hoofdredacteur NOS Nieuws
Foto: het getroffen ziekenhuis in Gaza Stad (ANP)