Aïda Brands

Correspondent België/Luxemburg NAVO en Europese Unie

Voor mijn ouders was het absoluut geen verrassing dat ik de journalistiek inging. Ik schijn als 3-jarige al nauwgezet verslag te hebben gedaan van alle perikelen op de crèche.  Het was kennelijk zo gedetailleerd dat mijn moeder al snel niet meer het nut zag van de schriftelijke verslagen van de crèche.

Voor mijzelf was het allemaal wat minder duidelijk. Pas in het tweede jaar van mijn studie Frans wist ik het zeker: ik wilde journalist worden. En dan nog het allerliefst een correspondent. Er leek me niks leukers dan je helemaal te verdiepen in een andere cultuur en mooie nieuwsverhalen te maken.

Tijdens mijn allereerste stage bij het ANP werd ik in de wondere wereld van de EU gedompeld. Als 23-jarige liep ik in volledige verbazing rond in Brussel. Het was duidelijk het centrum van de Europese macht maar met schaamte moest ik bekennen dat ik er helemaal niks van wist. Ik was zeker niet de enige. Tot op de dag van vandaag heb ik maar weinig vrienden die veel weten van wat er hier in Brussel gebeurt. Als beginnend journalist vond ik dat eigenlijk niet kunnen. Hier wordt toch ontzettend veel besloten?

Mijn journalistieke interesse in Brussel kreeg een nieuwe draai toen er in het Europees Parlement gestemd werd over olijfolie. Voortaan mochten restaurants geen olijfolie op tafel serveren waar geen label op zat. Voor veel mensen in Nederland klonk het als Europese regeldrift. In Zuid-Europa was er juist de hoop dat door deze nieuwe regel het aantal voedselvergiftigingen door oude olijfolie zou afnemen. Hetzelfde nieuws werd met een totaal andere bril bekeken. Dat is het allerleukst van het werk in Brussel. Dag in dag uit loop ik de deur uit met 27 brillen in mijn tas. Bij elk verhaal probeer ik naast mijn Nederlandse bril er nog een paar andere op te zetten.