
In de publieksreacties over onze Gaza/Israël-berichtgeving zit in de afgelopen weken een opvallende tegenstrijdigheid. Sommige kijkers/lezers/luisteraars vragen zich af waarom we bij de NOS het geweld in Gaza niet genocidaal noemen, anderen mailen met vragen of kritische opmerkingen over het feit dat we dat wel doen.
Beide vragen zijn logisch. Want we spreken inderdaad in onze berichtgeving van genocidaal geweld in de Gazastrook. Maar je ziet die zware omschrijving natuurlijk niet in elk bericht terug. In sommige verhalen vertellen woorden als ‘genocidaal geweld’ of ‘genocidaal beleid’ het best wat er gaande is, in andere verhalen niet. We leggen het in dit stuk nader uit.
Onze taak is om verslag te doen van het nieuws. Dat doen we met beelden en woorden die (anders dan de buitenwereld ons wel eens wil opleggen) geen stellingname of mening weerspiegelen, maar die de werkelijkheid zo goed mogelijk beschrijven. We wegen ze, kiezen ze zorgvuldig en zorgen dat ze passen bij een onafhankelijke beschrijving van wat er in de wereld gebeurt en wat dat betekent.
Al meteen na 7 oktober ’23 hebben we hardop gezegd dat onze berichtgeving over dit erg gepolariseerde onderwerp is gebaseerd op ‘en-en’. Niet in de zin van een ‘valse balans’, maar van een open blik op wat er in Israël en Gaza gebeurt, op de voorgeschiedenis ervan en op verschillende werkelijkheden die naast elkaar kunnen bestaan. Die lijn hebben we steeds vastgehouden, en houden we nog steeds vast.
En het is precies vanuit die journalistieke lijn dat we enige tijd terug hebben vastgesteld dat we óók verslag aan het doen zijn van geweld in Gaza met een genocidaal karakter. We zeggen ‘ook’, omdat we ook verslag doen van een oorlog, én van een gijzelactie, én van talloze burgerslachtoffers, én van groot kinderleed, én van een etnische zuivering, én van politiek in een getraumatiseerd land met recht op zelfverdediging, én van Hamas’ terreur, én van mogelijke oorlogsmisdaden, énzovoort. ‘En-en’ dus.
Nieuwe fase
Om goede redenen hebben we tot enige tijd terug geen gebruik gemaakt van de veel bediscussieerde termen als genocide of genocidaal geweld. Niet voor eigen rekening althans, want de discussie over de vraag of Israël wel of niet genocide pleegt is steeds al in onze berichtgeving zichtbaar geweest. Net als de rechtszaken die daarover lopen, en visie of conclusies van mensenrechtenorganisaties en deskundigen.
Maar ‘genocide’ is en blijft een beladen en primair juridische term die je niet zomaar kunt inzetten. Ooit zal er een vonnis komen; het definitief vaststellen van genocide is het werk van rechters. Het is bovendien niet zo dat we sowieso niet al scherp verslag deden en doen van het leed en geweld in al hun omvang. Anders gezegd: onze journalistieke vastlegging van de werkelijkheid in Gaza hangt niet af van dat ene woord. Nog steeds niet.
Er is tegelijkertijd in de afgelopen maanden wel iets gekanteld. Zowel in wat er in Gaza gebeurt, als in hoe dat door onafhankelijke deskundigen wordt gekwalificeerd. Er is een nieuwe fase aangebroken toen Israël in maart eenzijdig het bestand schond en het geweld in hevigheid werd hervat. Sindsdien is de wereld getuige van het systematisch dwarsbomen van hulp, tegenhouden van voedsel, water en medicijnen, gericht vernielen van bebouwing en vitale infrastructuur, het doden of verdrijven van mensen. En een regering die onomwonden de intentie uitspreekt om de Palestijnse bevolking uit het gebied te verwijderen, wat neerkomt op etnische zuivering.
Kenmerken van genocide
Je zag vanaf dat moment een snelgroeiende groep aan wetenschappers, inclusief rechtsgeleerden, die stelt dat wat zich op dit moment in de Gazastrook voltrekt de kenmerken heeft van genocide: het systematisch en planmatig vernietigen van een bevolkingsgroep. Zij wijzen daarbij met name op de opsomming van handelingen door Israël die tezamen het beeld scheppen van een genocide in wording.
In de dagelijkse oorlogsverslaggeving die wij doen, hebben we vaak juist te maken met losse gebeurtenissen en acties, die niet altijd meteen als wel of niet als genocidaal zijn aan te merken. Maar wat wel kan en moet is die dagelijkse werkelijkheid beschrijven, en op de juiste momenten in de juiste context plaatsen. En inmiddels is, zie al het voorgaande, ook journalistiek vast te stellen dat die context er onder meer een is van een genocidaal proces.
Als je onze berichtgeving volgt zie je dat we deze terminologie nog steeds niet lichtzinnig gebruiken, maar wel in verhalen waarin de optelsom van handelingen met een genocidaal karakter een rol speelt. Dat doen we al enige tijd, en dat blijven we doen zolang de werkelijkheid – het nieuws – daar aanleiding toe geeft. Niet als stellingname, maar als onderdeel van een zo precies mogelijke, journalistieke omschrijving van wat zich op dit moment in de tijd in de Gazastrook voltrekt. Dat is óns werk.
Andere vragen? Vaak zul je de antwoorden terugvinden in onze berichtgeving. Op deze plek vind je bijvoorbeeld een grote selectie van de online artikelen en video’s over de oorlog in Gaza. Andere vragen, over hoe wij werken? Of zie je in de berichtgeving iets dat niet helemaal goed lijkt te gaan? We zijn altijd bereikbaar via publieksvoorlichting@nos.nl (op drukke dagen kan reactie even op zich laten wachten, maar alle mails worden gelezen).
Giselle van Cann, Wilma Haan, Karina ter Horst, Bart Leferink en Lucas Waagmeester – hoofdredactie NOS Nieuws
Lees ook: Vooraan in het nieuws: een jaar oorlogsverslaggeving onder hoogspanning
Lees ook: Conclusie Ombudsman over berichtgeving oorlog Israël en Hamas
Foto: Palestijnen in het vluchtelingenkamp Bureij in het midden van de Gazastrook (ANP)