De NOS hoeft berichtgeving van de afgelopen maanden over de honger en tekorten in Gaza niet te rectificeren. Dat oordeelde de rechter eerder deze week in een kort geding dat het CIDI tegen ons had aangespannen. We zijn blij dat de rechter heeft bevestigd wat wij eigenlijk al wisten, namelijk dat de betreffende berichtgeving voldoende steun vindt in de feiten. Maar voor ons accentueert het vonnis ook iets dat deze specifieke zaak overstijgt.
Een journalist wil natuurlijk geen fouten maken. Maar wat we doen blijft mensenwerk en bij betrouwbare journalistiek hoort óók dat een redactie open staat voor klachten en dat missers ruimhartig worden rechtgezet. Dat doen we bij de NOS. Al kan het natuurlijk altijd voorkomen dat de belangen van een partij en onze journalistieke uitgangspunten blijven botsen. Dan is er altijd nog de Ombudsman van de NPO, de Raad voor de Journalistiek, of zelfs de rechter.
Maar het deed hier ter redactie wel wat wenkbrauwen fronsen, toen begin september een brief binnenkwam van een advocaat namens het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI). De belangenclub, die ons gewoonlijk goed rechtstreeks weet te vinden, sommeerde vanuit het niets de NOS om een detail uit de berichtgeving over de situatie in Gaza te rectificeren.
In het kort zat dat zo: de NOS zou een onjuist aantal vrachtwagens met (hulp-)goederen noemen dat vóór 7 oktober 2023 de Gazastrook binnenkwam. Maar dat was niet alles. Want, zo was de redenering, door dit te doen schetste de NOS een heel verkeerd beeld van het huidige handelen door Israël in Gaza. Ook wees CIDI op vijandige en antisemitische reacties, die het gevolg zouden zijn van de NOS-berichtgeving.
Deze variant hadden we nog niet eerder meegemaakt. Maar onder deze werkwijze ligt een patroon dat we wel gelijk herkenden: door te wijzen op één vermeende fout – soms klein, soms groot, soms terecht, soms onterecht – in de omvangrijke verslaggeving van het geweld en het leed in Gaza, wordt er twijfel gezaaid over de berichtgeving in den brede. Dat gebeurt steeds vaker, door allerlei organisaties en individuen. De CIDI-zaak is hier slechts een opvallend voorbeeld van.
Vrachtwagens
In deze zaak draaide het om vier artikelen en een Journaal-item waarin de NOS vermeldde dat er dagelijks zo’n 500 tot 600 vrachtwagens nodig zijn in Gaza om op het bevoorradingsniveau van voor de oorlog te komen. CIDI betwist die aantallen door te wijzen op een verschil tussen per dag en per werkdag. En door te stellen dat het alleen over vrachtwagens met voedselhulp zou mogen gaan. In de advocatenbrief stond onder meer dat “het suggereert dat Israël veel te weinig vrachtwagens met humanitaire hulp binnenlaat. Dat is de kern van het verwijt dat Israël wordt gemaakt, namelijk dat het opzettelijk een hongersnood creëert. Als de gemiddelde nieuwconsument zou weten dat het aantal vrachtwagens met voedsel dat voor de oorlog binnenkomt 75 per dag was, dan zouden zij een volledig ander beeld hebben gekregen van de situatie”.
De rechter heeft alle bezwaren van tafel geveegd en geconcludeerd dat de getallen die de NOS noemt “voldoende steun vinden in de feiten”. Daarbij wijst ze op een overtuigende hoeveelheid bronmateriaal. En op zorgvuldigheid van de NOS in het omschrijven van de inhoud van de vrachtwagens. Daar komt bij dat de vergelijking met het aantal vrachtwagens vóór 7 oktober louter een korte achtergrondschets was in verhalen die gingen over de tekorten en honger van mensen in Gaza tijdens de oorlog. En die verhalen leunen op veel meer en onbetwiste feiten en bronmateriaal. Ook dit laatste onderschrijft de rechter.
Dat brengt ons bij het tweede en misschien wel meest relevante niveau: namelijk de claim dat het niet alleen gaat om een verkeerd getal, maar dat dát zou bewijzen dat de NOS het publiek in brede zin verkeerd informeert over de honger in Gaza en het handelen door Israël. Nee, zei onze advocaat al ter zitting: “Als lezers het beeld zouden krijgen dat Israël honger veroorzaakt in Gaza, dan komt dat door feiten die niet worden betwist.” En nee, zegt nu ook de rechter: “De discussie over het daadwerkelijk aantal vrachtwagens met hulpgoederen per dag is niet meer dan een onderdeel dat bijdraagt aan het beeld dat Israël honger creëert.”
Onafhankelijkheid
Als publieke omroep heeft en voelt de NOS een grote verantwoordelijkheid voor zorgvuldige berichtgeving. Zeker als de spanning zo hoog oploopt als rond Hamas’ terreuraanslagen van 7 oktober en het daaropvolgende genocidale geweld in Gaza. Ondanks een enorme journalistieke inzet en zorgvuldigheid rond dit complexe onderwerp, zijn we feilbaar en staan we open voor aanvullingen en kritiek. Dat hoort bij kwaliteitsjournalistiek, zo is onze stellige overtuiging.
Kritiek nemen we altijd serieus, opmerkingen van ons publiek of van organisaties leiden met enige regelmaat tot aanscherping of verbetering van onze berichtgeving – over allerlei onderwerpen. Maar daarnaast worden we in toenemende mate geconfronteerd met verdachtmakingen aan ons adres die niet terecht zijn. Vaak gebeurt dat op basis van één betwist feit. Dan wordt ons een bepaalde agenda verweten. Of wordt het melden van een onwelgevallig deel van de werkelijkheid weggezet als journalistieke eenzijdigheid. Voor ons onderstreept het vonnis van afgelopen maandag iets dat deze specifieke zaak overstijgt: het belang van onafhankelijke journalistiek.
Of in de woorden van advocaat Jens van den Brink die de NOS bijstond in deze zaak: “Dit was een klassiek geval van shoot the messenger. Het is voor media, en zeker voor de ‘nationale nieuwszender’ NOS heel moeilijk opereren in een gevoelig conflict als dat tussen Israël en Hamas, waarover iedereen een mening heeft en kant lijkt te kiezen. Media doen het nooit goed en worden vaak als zondebok aangewezen. Het is daarom belangrijk dat de rechter hier pal staat voor de persvrijheid en oordeelt dat de publicaties rechtmatig zijn.”
Hoofdredactie NOS Nieuws l Foto: AFP
Zie ook:
Zo gaat de NOS om met kritiek over de berichtgeving rond de Gaza-oorlog
Vooraan in het nieuws: een jaar oorlogsverslaggeving onder hoogspanning
Waarom en wanneer de NOS spreekt van genocidaal geweld in Gaza
Nog steeds blijven journalisten in Gaza hun werk doen, ook voor de NOS